* correctie: des lillois sont dégueulasses [vuil, smerig, walgelijk]

Op 20 oktober jongstleden meldde Sébastien Duhem, conseiller municipal délégué à la propreté in La Voix du Nord dat de stad Lille (Rijsel) jaarlijks bijna 16 miljoen uitgeeft om de straten, pleinen en parken te reinigen. In dat bedrag zit niet het ophalen en verwerken van huisvuil (dat door de agglomeratie wordt uitgevoerd), noch de werking van de containerparken (idem). Lille telt 230.000 inwoners, in 120.000 huishoudens (INSEE, 2013). De 16 miljoen om de stad enigszins proper te houden stemt dus overeen met een jaarlijkse uitgave van ongeveer 70 euro per inwoner, of 130 euro per gezin. (De besteding van de agglomeratie — la Métropole Européenne de Lille — voor het huisvuil, met inbegrip van markten, openbare gebouwen, containerparken e.d., bedraagt ongeveer 140 euro per jaar en per inwoner, of 270 euro per gezin).

Tegenover de grote financiële en menselijke inspanningen van de stad om de straten een beetje proper te houden, staan de inspanningen van de bevolking, of op zijn minst een deel ervan, om alles zo smerig mogelijk te maken, gaande van sigarettenpeuken (18 ton per jaar), over hondendrollen (geen cijfers bekend) en huisvuil allerhande, tot afbraakmateriaal, koelkasten, matrassen en canapé’s (die desgevallend door het raam op het trottoir worden geworpen).

Als we ervan uitgaan dat zelfs een stad met propere inwoners schoongehouden moet worden — al was het maar om de vuilbakjes te ledigen, het stof en het klein vuil van de straten te spuiten, de zitbanken schoon te houden en de herfstbladeren op te ruimen —, en dat dergelijke normale werkzaamheden maximaal de helft van die 16 miljoen kosten, dan betekent dat, dat de smerigheid elke inwoner minstens 35 euro per jaar kost, of 65 euro per gezin.
Dat scheelt een stuk op de belastingen die we betalen.

leslilloissontdeg

Maar het gaat lang niet alleen om Lille. Ondanks zware inspanningen is het huidige bestuur van Roubaix — dat bij de verkiezingen in 2014 zwaar op openbare reinheid had ingezet — er niet in geslaagd de situatie blijvend te keren. De stad is vandaag even vuil als ze enkele jaren geleden was. En in Comines (Frans Komen) zijn de handelaars de openbare smerigheid beu (“Les commerçants en guerre contre le manque de propreté des rues: à qui la faute”, La Voix du Nord, 29 oktober 2016).

We hebben hefbomen om minder belastingen te bepalen, maar gebruiken ze niet.