Commentaar.
Uit enige lezersreacties blijkt dat deze tekening verduidelijking vereist.
Sommige Vlaamse politici pleiten voor een onafhankelijk Vlaanderen. Het lijkt er geenszins op dat ze daarin door de bevolking worden gevolgd, maar in politiek gebeuren soms de meest onwaarschijnlijke dingen.
De tekening is een van de mogelijke antwoorden op de vraag hoe de landkaart er uit ziet wanneer Vlaanderen, zoals die politici wensen, onafhankelijk wordt — en het Belgisch kader volledig verdwijnt.
Een zeer waarschijnlijke evolutie (maar niet de enige) is dat Wallonië en het Brussels niet meer hoofdstedelijk Gewest voor aansluiting bij Frankrijk kiezen, waar ze overigens met open armen worden ontvangen. Op aansturen van de Raad van Europa krijgt de Nederlandstalige minderheid in Brussel dan enkele lokale taalfaciliteiten, die maar een flauw afkooksel zijn van hun huidige politieke, juridische en maatschappelijke rechten.
Het (overwegend) Duitstalige gebied in het oosten van het land (de zogenaamde Oostkantons) vragen aansluiting bij het Groothertogdom, daarin misschien gevolgd door de provincie Luxemburg, die sterke banden met het Groothertogdom onderhoudt, en wier belangen trouwens ook vooral in dat Luxemburg liggen. Zowel de provincie als de zuidelijke Oostkanton (Sankt-Vith) heeft tot het Groothertogdom behoord — maar dat is geen argument —, voor ze respectievelijk in 1839 Belgisch en in 1815 Pruisisch werden.
[En misschien springt het kanton Malmédy, tussen Eupen en Sankt-Vith, met Duitstalige minderheid, wel mee in die boot, maar dat heb ik niet aangeduid.]
Vlamingen uit het Vlaams Gewest kunnen maar best wennen aan de idee dat bij uitvoering van de Vlaamse onafhankelijkheid Frankrijk vlak voorbij Machelen begint, en ze in Brussel voortaan buitenlanders zijn.
Let wel: dit is een hypothese binnen een hypothese: wat er waarschijnlijk gebeurt wanneer een onwaarschijnlijk politiek project (het land waarvan zij dromen) wordt uitgevoerd.