Jef Van Staeyen

Tag: wetenschap en techniek (Pagina 1 van 5)

de wolf als soort en als individu

Om een aantal heel goede redenen werd vele jaren geleden internationaal afgesproken de wolf als soort te beschermen. Als essentiële soort in onze min-of-meer natuurlijke omgeving.

Enkele recente beslissingen en standpunten wijzen echter op een verschuiving van de wolf als soort naar de wolf als individu.

Lees verder

Oekraïne is ver en groot (kernenergie)

Bij de huidige discussie over het al dan niet sluiten van de twee nog overblijvende kernreactoren in België, wordt zekerheid tegenover ideologie gesteld. Begrijp: alleen het openhouden van de reactoren kan voor zekerheid zorgen — zekerheid van stroomvoorziening — en het sluiten ervan is niet meer dan een ideologische keuze.

Toch zit de zekerheid aan de kant van het sluiten. Eén van de kenmerken van kernenergie is een zéér klein risico op een zéér groot ongeval. Een ongeval dat men zich in feite nauwelijks inbeelden kan. Wat zijn de consequenties van een kernongeval in Doel, in de kerncentrale die op een tiental kilometer van Antwerpen ligt?
Om daar een idee van te krijgen heb ik de kernramp van Chernobyl genomen, van april 1986: Wat was de radioactieve neerslag? Welke gebieden heeft men ontruimd? Wat zou dat geven als je die ruimtelijke gegevens naar Antwerpen overdraagt?
Uiteraard is er de specifieke weersituatie van april 1986, het reliëf, de begroeiing, etc., en het menselijk handelen na de ramp, toen afvalstoffen in allerijl werden gedumpt.
Het vlekkenplaatje van april en mei 1986 is dus niet meer dan één mogelijkheid uit de duizend, maar het geeft wel, veel beter dan een kaart van Oekraïne — en van Wit-Rusland, want ook de kerncentrale van Chernobyl stond vlakbij een grens — een idee van de ruimtelijke omvang van een kernramp.
Oekraïne is ver en groot, en Chernobyl is slechts een vlekje op dat grote land..

Dit is, geprojecteerd op de Benelux, en op Doel, een kernramp van de omvang van Chernobyl. Het is maar één mogelijkheid uit de duizend. Naargelang de windrichting en -kracht, de regen, het menselijk handelen (zoals het dumpen van bestraald materiaal) kunnen totaal andere figuren van gelijkaardige omvang optreden.

 

Dit is, 35 jaar naar de kernramp, het spergebied van Chernobyl, geprojecteerd op een kaart van de Benelux. Ondanks de evacuatie wonen er enkele honderden, vooral oudere mensen in autarkische omstandigheden. Verwacht wordt dat het gebied pas over vijfhonderd eeuwen weer natuurlijke, en dus aanvaardbare stralingswaarden zal halen.

Zelfs als je stelt, dat de kans op een kernongeval in Doel kleiner is dan in Chernobyl, ze bestaat wel degelijk, en de mogelijke impact is enorm.
De zekerheid zit dus niet aan de kant van het nog langer open houden van de kerncentrales, maar van het sluiten ervan, vandaag beter dan morgen. De enige onzekerheid bij het sluiten van de kerncentrales is het risico op een tijdelijk stroomtekort, waarbij enige bedrijven tijdelijk worden stilgelegd (wat omwille van covid-19 ook is gebeurd) en de huishoudens gevraagd of verplicht worden een aantal huishoudapparaten (wasmachines, ovens, strijkijzers…) of laadpalen even tijdelijk niet te gebruiken, en/of de verwarming of koeling wat zachter te zetten. “Flatten the curve”, weet je nog? Dergelijk stroomtekort is (ten eerste) makkelijk voorspelbaar, en dus beheersbaar, en (ten tweede) van korte duur. Het is niet moeilijk ervoor te zorgen dat hospitalen, liften, water- en gasvoorziening, waterzuiveringsstations, openbaar vervoer, verkeerslichten, telecommunicatie, continue productieprocessen, etc. niet worden geraakt.

 

Maar misschien lijd je aan het Pompeï-syndroom, en hou je wel van de idee dat het leven in Antwerpen, de haven en de Scheldedelta op een dag plots stopt, en dat mensen zich over enkele duizenden jaren kunnen verbazen over het hoge Antwerpse beschavingsniveau, toen Rubens en Conscience in het Sportpaleis konden genieten van de concerten van K3.

wanneer de Schelde overloopt

Ik hou van hydrodynamica.
Iedereen heeft het wel meegemaakt, dat als je een kan wat te snel in de gootsteen uitgiet, het water langs de randen van de bak omhoogstroomt, of zelfs op je kleren of handen spat. Dat vinden we heel normaal, maar we beseffen niet dat het gelijkaardige fenomenen zijn, die de grote watermassa’s in zeeën, fjorden en rivieren omhoog doen vloeien.
Hydrodynamica vind ik in het kleine lavabo’tje hier in het toilet (omwille van een conceptiefout vloeit het slechts langzaam leeg: de lucht in de afvoerpijp remt het water, maar wanneer dat hoog genoeg staat, gaat het plots wel), in de Noorse fjorden, en in de getijden op de Schelde, waarbij het water soms “bergopwaarts” van Antwerpen naar Vlissingen vloeit. [Echt waar: wanneer het laag water, volgens een identieke TAW-meting, in Antwerpen soms meer dan 70 cm lager ligt dan aan de monding, in Vlissingen, kan dat niet anders betekenen, dan dat het water “bergop” gelopen is. En ook het hoogwater, hoger dan in Vlissingen of in Melle, bij Gent, is zo’n fenomeen.]

Op 31 januari (2022) had ik de kans, als “recente” Antwerpenaar, een stormvloed op de Schelde te zien. Begrijp storm niet verkeerd: in Antwerpen waaide het heel hard, onstuimig hard — je werd er dronken van, en achteraf doodmoe; fietsers moesten bij wijlen van hun fiets, en ook ik, als voetganger, bleef dan even staan met mijn rug naar de wind — maar de storm, Corrie genaamd, ontketende haar windkracht 9 op zee, en duwde het water vanuit het noordwesten de monding van de Schelde in. Het was géén springtij die dag, en de efemeriden (de stand van maan en zon) voorspelden een hoogtij van 5m48. De stormvoorspellingen maakten daar zo’n 7m00 van, de hoogte van de Blauwe steen. Om 15u06. Uiteindelijk werd, met een merkwaardig afgetopte curve, een hoogwater van 6m94 gemeten. Maar reeds om 14u30 zagen we hoe de Schelde over de Blauwe steen ging.

klik op de foto voor meer plaatjes

kernenergie is de vuilste energie die er bestaat

Nu er in Europa gediscussieerd wordt over het groene karakter van kernenergie…

 

Er zijn verschillende soorten vuil. Schoenen kunnen vuil zijn, en het tapijt besmeuren. Handen vuil, de boorden van een hemd. Er zijn vuile moppen, en vuile diamanten. Daarover gaat het hier niet. Het gaat om vuil als in vervuiling.

Vervuiling is de productie van een materie of een effect, dat (of die) schadelijk of hinderlijk is — of kan zijn —, én aan de controle van de producent ervan ontsnapt.
PFOS in de bodem, het water of de lucht is een vervuiling, CO2 in de atmosfeer is een vervuiling, lawaai is een vervuiling, en licht dat de biotoop van dieren verstoort is dat ook. Plastic verpakkingen zijn an sich geen vervuiling, zolang het plastic afval effectief gerecycleerd wordt (en niet alleen recycleerbaar is). Uiteraard kan zowel de productie van het plastic (en de ontginning van de grondstof), als de recyclage, en als de uiteindelijke verbranding als bron van energie (na meerdere recyclages) voor vervuiling zorgen. Net zoals dat voor andere materialen en producten geldt: glas, papier, hout…
Plastic is wél een vervuiler wanneer het in de natuur terecht komt, en aan de controle van de producent of verbruiker ontsnapt. Het vergaat immers langzaam, en verstoort de voedselketens, vooraleer het zich tot in de natuur wel aanwezige materialen afbreekt.
Het al dan niet (volledig) controleren en beheersen van de materies of effecten die hinderlijk of schadelijk kunnen zijn, is een essentieel criterium om te weten of een activiteit niet of wel vervuilend is. Zo ook voor kernenergie.

Wat volgt gaat niet over de gevaren van kernenergie, tijdens de productie, al kunnen enkele recente, niet kernenergie-gelinkte evenementen, wel tot nadenken inspireren. Het gaat evenmin over de vervuiling die door de winning van de (fossiele) splijtstoffen veroorzaakt wordt.
Het gaat hier over kernafval.

Een kerncentrale produceert kernafval, dat omwille van de radio-actieve straling zeer gevaarlijk en zelfs dodelijk is. Dat kernafval heeft een korte of lange, of extreem lange levensduur, tijdens dewelke het zijn straling, zijn schadelijkheid, zijn dodelijkheid verliest. Men rekent met halveringstijden, tijdens dewelke het kernafval de helft van zijn schadelijkheid verliest, om op de zeer lange duur, na meerdere halveringen, een natuurlijk — dit is in de natuur aanwezig — stralingsniveaus te behalen. Voor sommige vormen van kernafval, die voortkomen uit de productie van kernenergie, gaat het om halveringstijden van meer dan twintigduizend jaar. Daardoor duurt het meer dan tweehonderdduizend jaar, eer dat kernafval van het niveau van hoge radio-activiteit tot het niveau van gemiddelde radio-activiteit terugvalt. En duurt het zevenhonderdduizend jaar, eer het niveau van natuurlijke radio-activiteit wordt bereikt. Dergelijke getallen doen duizelen — de mens bewoont de aarde sinds zeventigduizend jaar. Laat ons het vooralsnog bij die twintigduizend houden; 24110 jaar als halveringstijd voor plutonium, om exact te zijn.

Wie kernafval produceert, moet dus een oplossing bedenken en realiseren om het gedurende 24110 jaar — in feite veel, veel langer… — op een veilige manier te bewaren, zodat het niemand kan schaden. Het moet opgeslagen en afgeschermd worden, op een manier dat niemand erbij kan, maar het moet wel voldoende bereikbaar blijven om het desnoods te verwijderen en elders of anders op te slaan, wanneer blijkt dat de fysische omstandigheden of evoluties niet zijn zoals werd verwacht. Je moet dus niet alleen nu, of in de nabije toekomst, belangrijke investeringen doen — zoals een ondergrondse berging in diepe kleilagen, de oplossing waaraan veelal wordt gewerkt. Je moet ook eeuwigdurende oplossingen voorzien: een instelling die het kernafval bewaakt, en die daartoe de nodige menselijke, materiële en financiële middelen heeft, en je moet instructies schrijven die over meer dan tweehonderd eeuwen nog leesbaar en begrijpbaar zijn. Dat zijn allemaal dingen die je als eenentwintigste eeuwse mensen onmogelijk kan doen. Je kan wel galerijen graven, het afval in bijzondere containers steken, en die containers in de galerijen plaatsen, met enkele detectiesystemen erbij, en de toegang tot de galerijen afsluiten, zonder dat dat afsluiten onomkeerbaar is, er bewakers bijzetten… maar verder reiken je mogelijkheden niet. Wat er later gebeurt ontsnapt volledig aan de controle van de hedendaagse mens, net zoals een plastic fles die je in de natuur gooit aan je controle ontsnapt. Het enige verschil is dat de emissie van een fles (net zoals die van CO2, PFOS, lawaai, licht, fijn stof…) een ruimtelijke grens overschrijdt, en de emissie van kernafval door een tijdsgrens gaat.
Kernafval is een materie die schadelijk is, én aan de controle van de producent ontsnapt.
Kernafval is een vervuiling, allicht de grootste die ooit heeft bestaan.

« Oudere berichten

© 2023 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑