Jef Van Staeyen

Tag: publicaties (Pagina 1 van 5)

Stuivenberg, pro bono publico

Het Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen werd in 1884 ingehuldigd — in 1885 in gebruik genomen — en in september 2023 definitief verlaten. Alle diensten en patiënten werden overgebracht naar het nieuwe Cadix-ziekenhuis aan het Kempisch dok, waarvan de bouw in 2016 was gestart. Op 1 maart zal de huidige eigenaar van Stuivenberg, het ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA), de sleutels overdragen aan de Stad.

Men kan gerust stellen dat er al meer dan tien jaar verlopen zijn sinds men wist dat de Stuivenberg-site verlaten zou worden — want aan het in 2016 gestarte bouwproces voor Cadix is ook een lang beslissings- en ontwerpproces vooraf gegaan. En misschien zijn ze ook verloren gegaan — want de Stad lijkt niet te weten wat met de sleutels te doen, al zijn ZNA en Stad niet echt vreemden voor elkaar.

Mede via de stedelijke AG Vespa zijn er de voorbije jaren studies uitgevoerd, ontwerpen opgemaakt en informatie-momenten georganiseerd. Maar nu het zover is… “start op 1 oktober 2024 een externe sitemanager. Die moet gedurende een periode van twee jaar de gebouwen en tuin (…) kwalitatief invullen en openstellen en beheren” (bron: Vespa), want voor de definitieve invulling “is minstens 130 miljoen euro investering van publieke en private middelen in de wijk” nodig, en is het “aan de nieuwe bestuursploeg om dat te verankeren in het nieuwe bestuursakkoord 2025-2030”, zei schepen Annick De Ridder op een info-vergadering op 15 januari 2024. Men moet eerst nog “het gebouw leren kennen, en een stedelijk en een commercieel programma bepalen” (*).Schepen Annick De Ridder verwijst graag naar het Groenkwartier, het voormalig Militair hospitaal, waar de eerste bewoners pas 18 jaar na de sleuteloverdracht zijn aangekomen, maar gaat voorbij aan het feit dat het stadsbestuur bij ZNA mee aan de knoppen zit. Stuivenberg, het gebouw en de site zijn nooit een onbekende voor haar geweest. Het Groenkwartier was overigens een totaal ander project: een bouwproject voor enkele honderden woningen op een besloten, op zichzelf gekeerde site, waar nauwelijks park te vinden is.

Het stadsbestuur is blijkbaar niet echt voorbereid op het vrijkomen van de site. Het heeft vorig jaar budgetten geschrapt, al gold in juni 2020 nog dat “als de site vrijkomt bijna aansluitend gestart kan worden met de nieuwe ontwikkeling” (collegebesluit juni 2020). De buurtbewoners, die leegstand en verwaarlozing vrezen, maken zich zorgen. Ze zijn niet bij de pakken blijven zitten, hebben onder de naam Omarm Stuivenberg een rist initiatieven genomen, en hebben eind januari in en omtrent het hospitaal een theatervoorstelling gegeven. Ze aarzelen niet het stadsbestuur het vuur aan de schenen te leggen, en beseffen dat dat in de huidige context hard nodig is.

Het Stuivenbergziekenhuis heeft 139 jaar bestaan. Het is een merkwaardig en boeiend gebouw. Ondanks talrijke verbouwingen is het revolutionaire negentiende eeuwse concept, dat een antwoord bood op de toenmalige gezondheids-uitdagingen, tot vandaag nog duidelijk te zien. In 1977, als architectuurstudent aan het NHIBS (Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw), maakte ik er een studie van. Ik onderzocht de ontstaansgeschiedenis, plaatste die in haar historische context (het Antwerpen van de negentiende eeuw en de gezondheidsuitdagingen van toen), bekeek de evolutie en de verbouwingen en identificeerde de kwaliteiten van de site en het gebouw, ook voor de buurt. Beide zijn afhankelijk van elkaar. De huidige Stuivenbergproblematiek lijkt mij de gelegenheid om die bijna vijftig jaar oude studie uit de kast te halen. Pro bono publico (tot nut van iedereen), zoals architect Frans Baeckelmans zijn wedstrijdontwerp in 1873 had genoemd.

Pro bono publico: het algemeen ziekenhuis Stuivenberg te Antwerpen

(aanvulling) MuHKA

Zeven jaar geleden, toen het MuHKA op zoek was naar een nieuwe plek — die heeft het nog niet —, suggereerde ik het museum naar Stuivenberg over te brengen: het MuHKA op Stuivenberg, en hoe! Waarbij — ik geef het toe — ik niet weet in hoeverre het MuHKA kan bijdragen aan de kwaliteit van de buurt, dan wel tot sociale verdringing (“gentrification”) zal leiden. Of veeleer: wat nodig is om die ontwikkeling in goede banen te leiden.

komen er nieuwe tramlijnen in Rijsel, Roubaix en Tourcoing? ❧

Van 21 februari tot 5 april 2022 konden de inwoners van de Rijselse metropool hun mening geven over de geplande bouw van nieuwe tramlijnen in en rond Rijsel, Roubaix en Tourcoing. Welke nieuwe lijnen wil men bouwen? Kunnen die bijdragen aan vlottere grensoverschrijdende verplaatsingen?

Op 14 december 2022, in het Frans, en later in het Nederlands verscheen dit artikel in het digitale tijdschrift les plats pays — de lage landen.

wat de kerken zijn voor Napels, is de metro voor Montréal ❧

(aangepaste en vervolledigde versie, mei 2024)

 

 

Op 12 november 2021 publiceerde ik op deze website een lovend artikel over de architectuur van de metro van Montréal.  Twee nieuwe bezoeken aan die stad, in april 2022 en mei 2024, brachten nieuwe foto’s en nieuwe inzichten. U krijgt hier vier — nu wel volledige — fotoreportages van de evenveel metrolijnen van Montréal. Volledig in de zin dat elk van de 68 metrostations aan bod komt, maar of ze allemaal volledig aan bod komen, is onzeker. De STM, Société de Transport de Montréal, zit ook niet stil. Er wordt hard gewerkt aan de accessibilité universelle van het vervoerssysteem, en dat vraagt soms ingrijpende werken. [Ook aan de verlenging van de blauwe lijn naar het oosten wordt gewerkt.] Op sommige van de foto’s zie je die werken (Longueil, bijvoorbeeld, op de gele lijn, of Jolicœur, op de groene), op andere zie je het resultaat (Vendôme, Mont-Royal, en Rosemont, op de oranje lijn, of Jolicœur, de recentste foto’s). Blijft dat ik niet van alle stations alle onderdelen heb bezocht, van de perrons tot de ingangen op straat, en/of niet alle delen een foto waard heb gevonden. Sommige zijn (onterecht?) aan mijn aandacht ontsnapt, of waren moeilijk in beeld te brengen. De reeks is ook subjectief: Peel, op de groene lijn, krijgt veel meer aandacht van me dan McGill, ernaast. U ziet zelf waarom.

 

  De groene lijn Angrignon — Honoré Beaugrand telt 27 stations.

  De oranje lijn Côte Vertu — Montmorency telt 31 stations. De overstapstations Lionel Groulx en Berri-UQAM, reeds vermeld voor de groene lijn, komen uiteraard ook hier aan bod.

  De blauwe lijn Snowdon — Saint-Michel telt 12 stations. Ook hier worden de reeds eerder getoonde overstapstations — in dit geval Snowdon en Jean Talon, uit de oranje lijn — opnieuw vermeld.

  Voor de volledigheid — maar wat is volledigheid? — is dit de gele lijn Berri-UQAM — Longueuil-Université de Sherbrooke. Het is een korte lijn met een lange naam, slechts 3 stations, waarvan het eerste, Berri-UQAM, ook al bij de groene en de oranje lijn aan bod kwam, en het laatste, Longueuil…, wordt aangepast en daarom nagenoeg onzichtbaar is.

  Drie van de vier overstapstations — Lionel Groulx, Snowdon en Berri-UQAM — zijn meesterwerken wat betreft de organisatie van de verkeersstromen van (overstappende) reizigers. Lees en zie hier waarom.

 

In december 2023 publiceerde het Tijdschrift Publieke Ruimte mijn bijdrage over de metro van Montréal: de ondergrondse schat van Montréal.
“Wie de Canadese stad Montréal bezoekt, doet dat allicht niet uit interesse voor architectuur, en wie er de metro neemt, doet dat vooral omdat het praktisch is.  Toch vindt hij daar, in de ondergrond, een van de boeiendste openbare ruimten die de stad te bieden heeft, en die in West-Europa haar gelijke niet kent…”

En dit is, ter herinnering, een link naar de tekst die ik november 2021 schreef.

 

sterren ★★★★

Heel subjectief, geef ik toe, ken ik de metrostations volgende kwaliteitssterren toe.

★★★★ vier sterren: LaSalle, Verdun en Radisson (groene lijn),

★★★ drie sterren: De l’Église, Peel, Langelier (groene lijn), Plamondon, Place Saint-Henri, Georges Vanier, Lucien L’Allier, Bonaventure, Rosemont, Jarry (oranje lijn), en Outremont (blauwe lijn),

★★★ ook drie sterren, omwille van de slimme organisatie van de verkeersstromen: de overstapstations Lionel Groulx, Snowdon en Berri-UQAM (dat laatste althans voor de groene en de oranje lijn),

★★ twee sterren: Angrignon, Monk, Jolicœur, Charlevoix, Place des Arts, Beaudry, Préfontaine, Joliette, Pie IX, Viau, Assomption, Cadillac, Honoré Beaugrand (groene lijn), Du Collège, De la Savane, Côte Saint-Catherine, Villa Maria, Vendôme, Champ de Mars, Mont Royal, Laurier, Beaubien, Jean Talon, Crémazie, De la Concorde (oranje lijn), Côte des Neiges, Université de Montréal, Édouard Montpetit, Acadie, Parc, De Castelnau, Jean Talon, Fabre, D’Iberville, Saint-Michel (blauwe lijn), en Jean Drapeau (gele lijn),

★ één ster: Saint-Laurent, Frontenac (groene lijn), Côte-Vertu, Namur, Square Victoria OACI, Place d’Armes, Sherbrooke, Sauvé, Henri Bourassa, Cartier, Montmorency (oranje lijn), en Longueuil Université de Sherbrooke (gele lijn),

geen ster: Atwater, Guy Concordia, McGill en Papineau (groene lijn).

Daar horen nog enkele opmerkingen bij:

  • Let op het hoge niveau, en het hoge aantal twee-sterren stations. Slechts weinig stations halen dat (hoge) niveau niet. Op de blauwe lijn hebben alle stations twee of zelfs drie sterren.
  • Tussen twee- en drie-sterren stations zijn er flink wat twijfelgevallen: Monk, Charlevoix, De la Concorde…
  • Bonaventure geef ik een ster minder dan in 2022, omwille van de onduidelijke relatie met het straatniveau, waarop ik toen (nog) niet had gelet. Mont Royal, Rosemont en Jean Drapeau krijgen een ster meer, het eerste na ingrijpende werken, de twee andere na een nieuw bezoek… En misschien krijgt Longueil – Université de Sherbrooke na voltooiing (en zichtbaarheid) van de werken ook een ster meer.
  • Mijn aandacht gaat vaak meer naar de ruimtelijke kwaliteiten en de helderheid van de trajecten dan naar de aankleding van de stations of de aanwezige kunstwerken — en ik heb een zwak voor de brutalistische architectuur (Verdun, De l’Église, Outremont…).
  • Dit is en blijft uiteraard subjectief.

Samen met de foto’s, de beschrijvingen en de schema’s geven de talrijke sterren aan hoe boeiend en bezoekwaardig de metro van Montréal is. Wat de kerken zijn voor Napels, is de metro voor Montréal.
Vaut le voyage.

leve de balie, leve de mensen — zonder tijdsslot dolen door Gent

Deze bijdrage schrijf ik naar aanleiding van Johan Rutgeers’ opinietekst in De Standaard van 1 juli 2021 “Gentenaren bevrijden het Gravensteen”. Ze gaat echter niet over het Gravensteen — overigens een belangrijk onderwerp.

Johan Rutgeers schrijft: “Ontvangstbalies zullen in de toekomst overbodig worden, nu iedereen eraan gewoon is geraakt zijn tickets online te kopen en slots te reserveren. Dat wereldwijde fenomeen zal de overbelasting van onze monumenten en musea verlichten. Piek- en daluren zullen verdwijnen, en dat komt de bezoekers en de monumenten alleen maar ten goede.”

Welnu, ik hoop het tegendeel. En verwacht van musea dat ze de ontvangstbalies spoedig in ere herstellen. Covid-19 heeft ons zowat de arm omgewrongen, en ons verplicht voor allerlei dingen via digitale media tijdssloten te reserveren. Ongedwongen dwalen door een stad, geleid door het weer, het humeur, de vrienden, was er niet meer bij. Plots beslissen al dan niet een Gravensteen of ander museum te bezoeken werd onmogelijk gemaakt. Je moest op voorhand plannen en beslissen wanneer je het museum wilde binnengaan, en de rest van je dag erop afstellen. Met je klok in de hand door de stad.

Nee, geef mij maar de vrijheid van het onvoorbereide, met één groot tijdsslot dat van 10 tot 17 uur loopt, en met mensen aan de balie aan wie je zelfs een vraag kan stellen, een advies kan vragen — of gewoon een mooie dag wensen. Veel liever dat dan zo’n website met sloten, cookies en vinken.

 

 


De Standaard, 8 juli 2021

« Oudere berichten

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑