161001-canetons

J’ai honte à le dire.
Ik heb de honderdste verjaardag van Le Canard Enchaîné gemist. Een speciaal exemplaar, met een facsimile van het eerste nummer.
Op 6 juli jongstleden, de verjaardag, en de week nadien, was ik in Canada — de Rotsbergen en Montréal —, en pas op 15 juli was ik terug. Toen lag de volgende Canard al in de rekken. Afspraak voor de bicentenaire, in 2116.
Er was een tijd dat ik de krantenman vroeg, een exemplaren voor mij opzij te leggen. Geen nummer wilde ik missen.
Die tijd is voorbij. Spijt voor mij. Ik wist dat de honderdste verjaardag er aan zat te komen. Dat het een onzekere datum was. Sommigen hadden de verjaardag al in september 2015 gevierd.
[Le Canard Enchaîné verscheen voor het eerst op 10 september 1915. Na vijf nummers stopte die ermee. Op 5 juli 1916 was er opnieuw een nummer 1, het begin van de huidige reeks. Hoe het komt dat er vandaag, ná de honderdste verjaardag, op de band toch honderdste jaargang staat — 100e année — is mij niet duidelijk. Het is niet de eerste keer dat Le Canard zich bij het nummeren vergist.]

Le Canard Enchaîné is een zonderling.  Een krant zonder reclame. Als ze één commerciële afhankelijkheid heeft, dan is het die van de gemiddeld 17.023 exemplaren die elke woensdag door de luchtvaartbedrijven worden gekocht (op een verkochte oplage van gemiddeld 392.214 exemplaren, cijfers voor 2015). Nee, commercieel is Le Canard vooral afhankelijk van de politici, die bij wijze van spreken voor de inhoud zorgen, en voor het succes dat de krant bij de lezers heeft.

De coöperatieve die Le Canard uitgeeft, publiceert elk jaar haar rekeningen. In Le Canard, uiteraard.
In 2015 bedroeg de winst 2.258.630 euro (iets minder dan de 2.395.972 euro van 2014). De exploitatieopbrengsten bedroegen 24.929.444 euro (de kosten 22.961.962 euro — daarna heb je financiële en uitzonderlijke opbrengsten en kosten, belastingen, en deelname in de winst van de werknemers).  De SAS Les Éditions Maréchal – «Le Canard Enchaîné» heeft inmiddels een kapitaal van meer dan 124 miljoen euro opgebouwd, waarvan slechts iets meer dan één miljoen geïmmobiliseerd is. De oude lijfspreuk van de krant, die uit 1915 dateert, “Tu auras mes plumes, tu n’auras pas ma peau” is, althans financieel, voor enige jaren veilig gesteld.

Al deze cijfers gelden zowel de eigenlijke krant — het weekblad — als de Dossiers du Canard (4 nummers par jaar, gemiddeld 66.234 verkochte exemplaren), zodat de resultaten (kostprijs, winst…) niet rechtstreeks aan het “journal hebdomadaire” (sic) kunnen gelinkt worden.

[Le Canard Enchaîné krijgt jaarlijks gemiddeld 500.000 à 600.000 euro staatssteun, onder de vorm van lagere posttarieven (cijfers voor 2013). Daarmee staat de krant als 86ste op de lijst van Franse kranten en tijdschriften, ver na Le Figaro of Le Monde, die ook andere vormen van staatssteun genieten.]

Al een kwart eeuw lang is de verkoopprijs van Le Canard onveranderd gebleven. Hij is zelfs licht gedaald.  De prijs van 8 Franse francs, die van 1991 dateert, werd bij de invoering van de euro, op 1 januari 2002, naar beneden afgerond, tot 1,20 euro (7,89 francs), wat door andere kranten op kritiek werd onthaald. [Het dagblad Le Monde, dat in 2002 ook 1,20 euro kostte, vraagt vandaag 2,40 euro per nummer — en 4,20 euro op zaterdag.]

Al in 2015 was ik klaar voor de honderdste verjaardag — of toch niet? Ik schreef Le Canard een brief.

foto JVS, augustus 2015, courtesy of MH

Voor wat meer informatie over pers en (groot) geld in Frankrijk, plaats ik hier een “La France d’Aujourd’hui” uit 2014: “Iedereen houdt van de krant”.