[bouw   —   vastgoed   —   mede-eigenaars   —   onteigening]

Er gaat geen week voorbij of Marc Coucke komt in het nieuws. Toen hij in november 2014 zijn bedrijf Omega Pharma verkocht, hoorden we dat hij zich ging toeleggen op innovatie.  We vinden hem in bedrijfssectoren als wielrennen en voetbal, bouw- en immobiliën, en nu ook dierentuinen.  Het is goed, van een ervaringsdeskundige te horen, dat ook in eeuwenoude bedrijfssectoren innovatie wenselijk en mogelijk is.

Samen met zijn kompaan Bart Versluys (bouwgroep Versluys) wil Coucke de Belgische kust vernieuwen, die te lelijk en onaantrekkelijk wordt.  Er zal daarvoor veel moeten afgebroken worden. En gebouwd. Merkwaardig — gênant zelfs — dat zo’n diagnose uit de bouwsector zelf komt, die de Belgische kust al decennia lang verknoeit.  “Vandaag is de architectuur gelukkig beter”, klinkt het cynisch in >Het Laatste Nieuws (februari 2015, geciteerd door De Morgen). Nu is het zo dat wat afbreekwerk geen kwaad kan, maar dan toch vooral van wat de meest recente decennia neergepoot werd: de plompe, bovenmaatse appartementsvilla’s met een strookje duinzand rond. Het zijn echter niet die gebouwen die Coucke en Versluys viseren. Zij willen de zes, acht of twaalf verdiepingen hoge rij-gebouwen uit de jaren 50 tot 70 door nieuwbouw vervangen, met 15 tot 20 lagen. (Maak dan meteen ook het strand wat breder, dat noord-noord-west is georiënteerd, om toch nog zon te hebben.)

Dat Coucke een vernieuwer is, moge blijken uit zijn verklaringen aan Humo (4 augustus 2015), enkele dagen later overgenomen door >De Morgen: “Coucke wil dwarsliggers in oude flatgebouwen weg”.  (In het artikel stonden er nog aanhalingstekentjes rond ‘dwarsliggers’, maar in de titel had de redactie ze geschrapt.)
“Marc Coucke neemt het op tegen ‘dwarsliggers’ in appartementsgebouwen, die weigeren hun oude flat te verkopen waardoor hele bouwprojecten op de helling komen te staan. (…) ‘Als er gerestaureerd moet worden, speelt de wet op de mede-eigendom: voor de minste ingreep [sic] móét iedere eigenaar akkoord gaan.’ Dat betekent dat één of twee bewoners een belangrijk bouwproject kunnen tegenhouden.
Bart Versluys en Marc Coucke pleiten er daarom voor de wetgeving over mede-eigendom te versoepelen en namen een advocatenkantoor onder de arm om een oplossing uit te werken. ‘Het moet mogelijk worden om bij 80 procent ja-stemmen een gebouw af te breken”, menen ze.’

Ligt het aan de maand augustus, wanneer politici op vakantie zijn? Ligt het aan Humo, die niemand ernstig neemt? Of ligt het toch aan Coucke, die elke week wat anders beweert? Want in normale omstandigheden krijg je na zo’n verklaring een hevige reactie vanwege VLD (open of niet), N-VA, (NV-A?) en wellicht CD&V.  Coucke en Versluys vragen de wet aan te passen, en bestelden een voorstel bij een advokatenkantoor, om onteigening voor particulier nut mogelijk te maken. Want dat is het: een mede-eigenaar in een woongebouw is mede-eigenaar van de gemeenschappelijke delen, en volledig eigenaar van zijn eigen woning.
Het moet niet moeilijk zijn om dat naar de toekomst aan te passen, voor nieuw te bouwen woongebouwen (de wetgever kan dat doen, of de bouwpromotor, die daarvoor de wet zelfs niet nodig heeft — als hij dat wil), naar het voorbeeld van Zwitserland (en misschien ook Duitsland?), waar mede-eigendom naar Belgisch of Frans model verboden is, en waar iedere mede-eigenaar het hele gebouw deels bezit, en het recht heeft om erin te wonen.
De wet aanpassen voor de bestaande Belgische mede-eigendommen, zoals Coucke en Versluys dat willen, kan echter niet zonder onteigening, zonder algemeen nut.
Wat Coucke en Versluys willen, is een van de oudste grondwetsartikels aanpakken (en ditmaal niet om communautaire redenen, zoals gebruikelijk is). De op 7 februari 1831 goedgekeurde eerste Belgische grondwet stelde, in artikel 11: “Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d’utilité publique, dans les cas et de la manière établie par la loi, et moyennant une juste et préalable indemnité.” In 1967 kwam er ook een officiële Nederlandse vertaling (die al enkele decennia als officieuze vertaling gold).  Vandaag luidt artikel 16 nog steeds  “Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling.” Enkel de nummering is veranderd.
Er zal nog heel wat innovatie nodig zijn, om het algemeen nut van Couckes private onteigeningsplannen te onderbouwen.

Ik ben benieuwd hoe dit verder gaat — tenzij het voorstel na de zomer weer vergeten wordt —, want eigenlijk is dit dé lakmoesproef van het — letterlijk — behoudsgezinde deel van het liberale gedachtengoed: het onvervreemdbare recht op eigendom. Geldt dit recht, waaraan zo vaak lippendienst beleden wordt, ook de zogenaamde modale Vlaming, wanneer het in conflict komt met de financiële belangen van lokaal grootkapitaal?