The New York Times publiceerde op 16 november 2016 (een week na de verkiezingen) een artikel van Tim Wallace over >“The Two Americas of 2016”, waarin hij de tweedeling van het land extra in de verf zette :  een grootstedelijke rand, op de wereld gericht, die Clinton stemt, en een besloten binnenland, voor Trump.

Deze analyse — en een artikel van Jens Aerts in het tijdschrift Ruimte (“The urban-rural devide”, december 2016, nummer 32) — zette me aan het rekenen. Ik vergeleek de kiesresultaten per staat met de inkomensgegevens, en kwam tot een niet geheel onverwacht, maar in zijn kracht toch verrassend resultaat:
arme staten stemmen Trump, rijke stemmen Clinton.

Daarmee is niét gezegd dat arme mensen overwegend Trump stemmen — de analyse spreekt zich daarover niet uit. Arme en/of rijke mensen in staten met lagere inkomens stemmen Trump. En waar meer geld wordt verdiend is Clinton favoriet.

Ik verwerkte de resultaten in verschillende grafieken (staafdiagrammen en puntendiagrammen), en keek ook naar de inkomensongelijkheid en het welzijnsniveau, daarbij steunend op het onderzoek van Richard Wilkinson en Kate Pickett, waarover ik eerder schreef (“The Spirit Level, How Equality is Better for Everyone”).

Ik kom hier zeker op terug.