Dit bericht gaat — straks toch — over Combell, mijn webhoster. Maar dat streepje kritiek zal hij wel verdragen.
Eerst dit. Wanneer een Franse vrouw me een mail stuurt — een courriel — en hem met “Bien à toi” ondertekent, gaan de gekste ideeën door mijn hoofd. En door mijn hart. Marie-Joseph Bertini wees er enkele jaren geleden al op (in Libération, op 17 januari 2007): de geschreven omgangsvormen zijn in snel tempo aan het evolueren (voor mij wellicht wat langzamer). De tijd ligt ver achter ons dat men “Votre dévoué” ondertekende.
“Recevez l’assurance”, “Veuillez croire”, “Je vous prie d’agréer l’expression de mes salutations distinguées”, ook dat verdwijnt, en maar goed ook. We heten niet allemaal Choderlos de Laclos. (“Je suis, sans compliment comme sans réserve, entièrement à vous.” — Les Liaisons dangereuses, 1782)

“Frankrijk is een oud en vermoeid land waar van het gevoel alleen de vorm is overgebleven” schreef Milan Kundera in “Onsterfelijkheid” (1990). En hij verhaalde hoe gelukkig hij was, toen hij in Praag een brief kreeg van zijn uitgever in Parijs, die de secretaresse besloot met “Veuillez agréer, cher Monsieur, l’expression de mes sentiments les meilleurs”.  Een liefdesverklaring verborgen in het slot van een brief!
Kundera, die sinds 1975 in Frankrijk woont, zal wel gemerkt hebben dat een en ander veranderd is. “Cordialement” en “amicalement” zijn in de plaats gekomen. Volgens Marie-Joseph Bertini nog altijd even (on)oprecht.  En nu dus “Bien à toi”.  Van mij mag het wel. Voel ik me Kundera.

Ik ben geen Noordnederlander, dus heb ik een voornaam: Jef.  (Anders was het J.M.W.) Ik word graag met die naam aangesproken, ook in een brief of een mail, althans door vrouwen of mannen die ik ken. Door een mij onbekende als Jef te worden aangesproken (“Beste Jef”), is me wel vreemd. Maar ik krijg pas echt de pokken als een machine me schrijft, en de brief heel vertrouwelijk met “Beste Jef” of “Cher Jef” begint.
Combell, mijn webhoster, deed er nog een schepje bovenop. Krijg ik vandaag een mail die begint met “Cher/chère Jef”, en eindigt met  “Merci d’avance pour votre participation. Cordialement, Jonas Dhaenens, Managing Director”.  Als ik iemand in een brief met zijn of haar voornaam aanspreek, dan weet ik toch wel of die iemand een man of een vrouw is.  En dan onderteken ik niet met naam en toenaam en functie, managing of niet, maar gewoon met míjn naam, Jef.

mvg

Jef