Een reis naar Québec (de provincie) en Montréal heeft me in 2008 tot het schrijven van een album gebracht: “Nieuwe Wereld, over eindigheid en oneindigheid”.
Daarin vertelde ik eerst het verhaal van de twee tot drie weken durende ontdekkingstocht door een klein stukje van dat onmetelijke land, en nadien de gedachten waartoe die reis me had geïnspireerd, over toe-eigening, burgerschap, migraties, en dergelijke meer.
De toen heel acute twisten over het eigendom over de Noordpool, tussen Rusland en Canada, met Denemarken, Noorwegen en de Verenigde Staten als aandachtige en belanghebbende toeschouwers, waren het vertrekpunt voor een vijftiental korte teksten, die ik samenbracht onder de titel “over markt en macht”.
Dat hoofdstuk “over markt en macht”, net als de twee daarop volgende — “Wereldburgers, van mensen en grenzen”; “Terug naar huis” — en ook twee eerdere albums — “Noorderlicht” (2005); “Spiegels op het water” (2006) — zijn in zekere zin mijn moederteksten — wat moeilijk of stroef — waarvan ik tot vandaag de ideeën gebruik. Zonder hier alles te publiceren — er staan zowel intieme stukken in, als andere die publiek kunnen worden gemaakt — publiceer ik hier wat met zijn volledige naam heet: “De Russen komen. Over markt en macht”.
Die titel verwees naar een zin uit het eerste hoofdstuk: “In Canada — en ook in het “kleinere” Québec — en in de wisselwerking tussen beide — en de verhouding tot de Inuïts, of tot de Russen — zijn ongemeen boeiende processen aan gang, die een voor mij nieuw licht werpen op de wereld van morgen, op zijn problemen, zijn uitdagingen, zijn kansen en mogelijkheden. (…) [Maar] laat me dus eerst vertellen wat we gezien hebben. De Russen komen nadien.”
[Deze tekst uit 2008 heb ik op 10 juni 2016 hier geplaatst, om een link met een nieuwe tekst — op 11 juni — mogelijk te maken.]