Omtrent wapenbezit en wapendracht, en waarom de Amerikanen er goed aan zouden doen hun grondwet en hun geschiedenis te (her)lezen.

Na de schietpartijen in Dallas en Orlando − en zovele andere − is het debat over wapenbezit en wapendracht in de Verenigde Staten weer flink opgelaaid. Voorwaar geen opportuun moment om terzake enige vooruitgang (in casu beperking van de wapendracht) te bekomen. De presidentsverkiezingen staan voor de deur, wat makkelijk tot polarisering en verharding van de standpunten leidt, en een serein en open debat moeilijk maakt.
Amerikanen zwaaien ook graag met hun grondwet, en met het tweede amendement, alsof het de bijbel was (ik bedoel: hun bijbel − want ook dat is niet meer of niet minder dan een door mensen geschreven boek). Dat tweede amendement moet het recht op wapenbezit vrijwaren. Het feit alleen al dat het om een amendement gaat, zou al tot enige bescheidenheid moeten leiden: de Founding Fathers van 1776 en 1787 vonden het onderwerp niet belangrijk genoeg.

Het beroemde − of beruchte − tweede amendement uit de Bill of Rights van 1789 stelt letterlijk: A well regulated militia being necessary to the security of a free state, the right of the people to keep and bear arms shall not be infringed.” (Vermits een goed georganiseerde militie onontbeerlijk is voor de veiligheid van een vrije staat, mag het recht van de mensen om wapens te bezitten en te dragen niet beknot worden).
Ik stelde het eerder, terloops, en terzijde: dit amendement, en een twaalftal andere, werd door Founding Father James Madison in 1789 voorgesteld om de tegenstanders van een sterke (federale) unie over de brug te krijgen. Het amendement
 beschermt de individuele staten (en niet de individuele burgers) tegen dictatoriale neigingen van een federale overheid, tegen andere staten, en/of tegen buitenlandse (Britse, Spaanse, Franse, Hollandse…) machten. De hele negentiende eeuw lang werd het ook zo begrepen, en pas in de twintigste eeuw zorgde het grondwettelijk hof voor een verregaande verruiming naar het recht op individueel wapenbezit. Eén van Madisons werkteksten uit 1789 luidde overigens: “A well regulated militia, composed of the body of the people, being the best security of a free State, the right of the people to keep and bear arms shall not be infringed; but no person religiously scrupulous shall be compelled to bear arms”, waarmee meteen ook de gewetensvrijheid om géén wapens te dragen werd erkend.

Wie vandaag, in de eenentwintigste eeuw, de onafhankelijkheid van de staten en van burgers bevraagt, komt elders dan bij (vuur)wapens terecht. Media, en kapitaalkrachtige organisaties, en de collusie tussen beide, en hun directe toegang tot de politieke en gerechtelijke macht, vormen een veel grotere dreiging voor de democratie en voor de beslissingskracht van de bevolking, dan gewapende groepen, ook in tijden van terrorisme. Een hedendaags tweede amendement zou niet schrijven over wapens, maar over het democratisch recht op het geven en krijgen van informatie.

Het tweede amendement is een mooi (en jammerlijk) voorbeeld van wat er gebeurt als je een oude tekst uit een oud boek letterlijk gebruikt om een hedendaags probleem aan te pakken. En het is lang niet het enige.

Montréal, 13 juli 2016