een spooktram op lijn 4 (Groenenhoek)

 

Dit is een pleidooi om in het (Antwerps) stedelijk openbaar vervoer — met name de trams — waar hoge frequenties gelden, een glijdende dienstregeling in te voeren.
Stel — ik neem een eenvoudig rekenvoorbeeld — u heeft tien rijvaardige tramstellen en tien wattmannen of -vrouwen om een tramlijn met een omlooptijd (inclusief pauze) van één uur uit te baten. Dat betekent één tram per zes minuten (6′).
Stel, om één of andere reden is één van de tramstellen niet beschikbaar (door technische pech, of door afwezigheid van een wattman of -vrouw), wat doet u dan?

  • optie 1: u schrapt een van de tien ritten, waardoor er ergens in uw dienstregeling een interval van twaalf (12′) minuten ontstaat,
  • optie 2: u verdeelt de negen beschikbare trams over de dienstregeling van zestig minuten, zodat er elke 6 minuten en veertig seconden een tram langs komt (6’40”).

Optie 1 is degene die door De Lijn wordt toegepast. In de wandelgangen — en op de perrons waar de wachtende reizigers staan — wordt dat een spooktram genoemd. Edoch, zou optie 2 niet beter zijn?

Wat moeilijker nu. Stel er is één tram in de reeks die een flinke vertraging heeft (er stond een vrachtwagen op de sporen, die bouwmaterialen leverde, of een van de deuren van de tram ging niet meer dicht…). Omdat hij vertraging heeft, wordt die tram door steeds meer reizigers opgewacht, waardoor het op- en afstappen langer duurt, en de vertraging groeit. Wat doet u dan? Ook hier zijn er verschillende opties.

Maar het kan ook het omgekeerde zijn: er is weinig verkeer die dag, en alle trams leggen hun rit in vijftig minuten af. Wat doet u dan? Vraagt u hen wat te treuzelen aan de haltes? Of laat u ze sneller rijden, met elke vijf minuten (5′) een tram?

Daarover gaat deze nota. Ik stel voor de vaste dienstregelingen af te schaffen, en met glijdende dienstregelingen te werken, althans — dat is belangrijk — op lijnen met hoge frequenties. (op 4 oktober 2021 gecorrigeerde versie, en a posteriori ingebracht)

En dit is een aanvulling, die ik een jaar later, in december 2022 schreef.