“Alerte bezoekers krijgen meteen een introductie in wat hen te wachten staat eens ze de deuren van het museum binnenstappen”.
Dit nieuwe mozaïek (2017-2021), tussen de zuilen, onder het portiek, boven de trappen, wordt door de kunstenares Marie Zolamian en door het KMSKA een welkomsttapijt genoemd, maar ligt buiten het bezoekerscircuit van het vernieuwde museum. (Lees hier meer over dit prachtige werk.)
Wat vooraf ging:
- Op 24 septembere 2022 heropende het Koninklijk Musum voor Schone Kunsten in Antwerpen zijn deuren, nadat het gedurende twaalf jaar voor renovatie en inbreidingswerken gesloten was geweest. Menige bezoeker verwonderde zich over de bekrompen toegang tot dat imposante gebouw, en op 4 januari 2023 schreef Mortselnaar Chris Goossens in De Standaard een pertinent opiniestuk: Het KMSKA, het eerste museum met een kattenluikje.
- Wat al enige tijd sudderde deed me reageren: Het KMSKA blijft innoveren.
- Een eerste, lang uitgesteld bezoek aan dat nieuwe museum — “het blijft er nog enige tijd staan, en ik wacht tot de eerste drukte voorbij is” — leidde me ook naar andere vragen: geen Vlaamse meesters van het KMSKA voor Congo.
- Meerdere bijkomende bezoeken — ik heb een museumpass — bevestigden mijn onvrede met de architectuur van het museum.
Naar verluidt — maar wie zal me dat bevestigen? — had het bestuur van het KMSKA wel de intentie de ingang van het museum langs de trappen en de zuilen te behouden, en niet langs het kattenluikje.
Maar de deelname van het KMSKA aan een wereldwijd netwerk van musea (in de schoot van de UNESCO?) zou roet in het eten hebben gegooid. Dat netwerk pleit voor universele toegankelijkheid, zonder onderscheid tussen mobiele en minder mobiele mensen. Met andere woorden: iedereen volgt hetzelfde parcours. In het KMSKA leidde dat tot de beslissing dat niemand via de trappen en de zuilen, maar iedereen via de kelder (en het kattenluikje) het museum betreedt. Eenmaal binnen wordt die synergie tussen meer- en minder-mobielen echter snel verlaten: de meer mobielen betreden de prachtige trappenhal, terwijl de minder mobielen door een krap bemeten gang langs de toiletten worden gevoerd. In heel het gebouw worden liften overigens met toiletten gecombineerd, als zijn het ruimten waarvoor het museum zich schaamt.
Die universele toegankelijkheid vind ik een terechte keus — niet iedereen vindt dat — waaraan veel te laat is gedacht. Maar de concrete vertaling, met het kattenluikje, is een miskleun die de kwaliteiten van het gebouw en de rechten van de bezoekers miskent. Daarom wil ik pleiten voor een oplossing die iedereen zoniet via de trappen, dan toch tussen de zuilen naar het museum voert. Enkele faciliteiten, die momenteel in de kelder te nauw bemeten zijn, hadden op het initiële gelijkvloers (boven de trappen) ook een betere plaats kunnen krijgen. [Al gezien wat er gebeurt wanneer bij regen een groep met natte jassen en paraplu’s het museum betreedt?] Het komt me voor dat er op dat gelijkvloers met ruimte is gemorst, en dat het KMSKA zelfs niet goed weet hoe die ruimte op te vullen.
Mijn suggestie — niet meer dan dat — lees je hier.