Op de hoek van de Paleisstraat (een lange rechte straat in Antwerpen, 400 meter in één stuk, iets meer dan 450 auto’s per uur (Straatvinken, 2022)) en de kleinere Bolwerkstraat, vóór de poort van de basisschool De Toermalijn, werd bij de heraanleg, een tiental jaar geleden, een vluchtheuvel/verkeersgeleider aangelegd. [Toen werd ook de rijweg versmald, kwamen er parkeerhaventjes, er fietspaden op de trottoirs, en werden bomen geplant.] Het autoverkeer wijkt een klein beetje uit langs het verkeerseiland, en het zebrapad overbrugt de rijweg in twee stukken.
Dat lijkt mooi — en is allicht goed bedoeld. Tot je als voetganger de zebra gebruikt.
Je ziet de aankomende auto’s niet.
De problemen zijn tweeërlei.
Enerzijds, wat het belangrijkste is: Als voetganger zie je de aankomende auto’s niet. Je moet erop vertrouwen dat de automobilisten, die de aankomende voetgangers evenmin zien, omwille van de zebra voldoende vertragen.
Desnoods wacht je als voetganger terwijl je op het fietspad staat — de tijd om goed te kijken, je nek uit te steken, om zeker te zijn — waar er echter géén zebra is. Dat is meteen het anderzijds. Zowel bij het begin als op het einde van het zebrapad kan je als voetganger door aankomende fietsers (ook wat meer dan 450 per uur (Straatvinken, 2022)) worden verrast, terwijl je aandacht nog steeds naar de rijweg en de auto’s gaat.
Dergelijke aanleg is voor voetgangers een aanleiding om het zebrapad vooral niet te gebruiken, en de Paleisstraat elders over te steken. Ergens waar er geen zebra is, en men tussen de geparkeerde auto’s goed kan wachten tot de weg aan beide kanten vrij is.
[Het zou me dus niet verwonderen, mocht uit de statistieken blijken dat er aan de zebra weinig ongevallen gebeuren, om de eenvoudige reden dat men elders oversteekt.]