In april 1688 vluchtte Jean Migault met vijf van zijn kinderen van La Rochelle naar Den Briel. Enkele zonen waren al eerder het land ontvlucht. Een jaar later, in 1689, voltooide hij een in 1683 begonnen dagboek van zijn verhaal. Voor elk van zijn kinderen maakte hij een exemplaar.
“Puis que tu te plais à lire mon écriture, je me suis diverty ces derniers jours à t’en faire une bonne provision pour ton premier jour de l’an prochain, qui sera environ le temps que tu recevras ce paquet. Je croy que tu en seras surpris, et que tu n’attends pas de recevoir des estrennes de cette natture.” (opdracht aan zijn zoon Gabriel, in het Bremer manuscript)
“Je crois que, tant que nous vivrons, il nous souviendra de cette triste nuit”, beschrijft hij een mislukte poging, in december 1687, om nabij La Rochelle aan boord van een schip naar Holland te gaan.