De Plaine Churchill heb ik te laat ontdekt. Ik bedoel: naar waarde geschat. Want ik ging met de bus. Pas enkele jaren geleden besliste ik te voet naar het werk te gaan, een afstand van twee kilometer, langs de Plaine Churchill, en langs een aangrenzend maar naamloos terrein in La Madeleine, dat om onduidelijke motieven in administratieve documenten soms le Tir à l’Arc wordt genoemd, al staat de staande wip aan de Rijselse overkant. Behalve op winteravonden, zeg ik maar — omtrent de wandeling, niet de wip. Het pad is onverlicht. En: je weet nooit wie je tegenkomt.
De Plaine Churchill en dat terrein in La Madeleine dat ik in de foto’s hierbij Coubertin heb genoemd, naar de brede laan die er ligt, zijn in feite een overschot. Een résidu van een om militaire redenen onbebouwbaar (non aedificandi) gebied beneden de Rijselse wallen, dat enkele decennia geleden door een quasi-autoweg doorsneden werd, en dat op een blauwe maandag parkachtig en sportvriendelijk werd aangelegd — het Rijselse deel wellicht na de bouw van de hogesnelheidslijn die er in een tunnel onder loopt.
[De taluds die je er ziet hebben dus niets met oude vestingen te maken, maar allicht meer met het stockeren van overtollige grond, en bescherming tegen het lawaai van de drukke ringweg die er net achter ligt. In dat stukje Vieux-Lille zijn de oude wallen en grachten volledig gesloopt.]
De komende jaren zal het gebied onherkenbaar veranderen: het deel in La Madeleine wordt volledig bebouwd, ook waar die mooie bomen staan (de eerste foto’s van de reeks), en in het Rijselse komt een nieuw gerechtsgebouw.
Die enkele jaren heb ik aan dat stukje ruimte en natuur wel veel plezier gehad, ‘s morgens vóór en ‘s avonds na het werk. Ik heb er enkele tientallen foto’s van, maar niet genoeg om alle sferen te tonen die ik er ervaren heb: waar is de regen? waar is de mist? en waar zijn al de bloemen heen, of de duizenden pareltjes van dauw die schitterden in de ochtendzon? Ook wat banaal wordt aangelegd, kan wonderlijk zijn. Als je de natuur, het licht en het weer hun gang laat gaan.
In tegenstelling tot het beeld met de sportieve loper bovenaan zijn de twee dozijn foto’s die ik toon allemaal kleurfoto’s, ook al zie je dat soms niet. Een klein, automatisch fototoestelletje dat al vaak wonderen heeft verricht (Canon) en, voor de recentste foto’s, soms mijn zaktelefoon (Nokia), hebben de plaatjes genomen, waarvan de kleuren door dat laatste dingetje soms eigenzinnig werden geïnterpreteerd. Zowel de datum als het uur heb ik vermeld, omdat dat voor deze beelden met seizoenen, licht en weer (en bladeren) erg belangrijk is. Er zitten ook enkele foto’s bij met de staande wip (le tir à l’arc), maar ik weet niet of die oude Vlaamse sport daar nog veel beoefend wordt.