Het lijkt soms of de hele Franse geschiedenis in het Picardische stadje Compiègne is samengevat.


In 1430 werd Jeanne d’Arc in Compiègne door Bourgondische krijgslieden gevangen genomen, waarna ze aan de Engelsen werd verkocht. In het bos van Compiègne (in een treinwagon in la Clairière de Rethondes) werd in november 1918, en opnieuw in juni 1940 (Hitlers revanche) de wapenstilstand getekend. In datzelfde bos — of veeleer een woud — staat het machtige en prachtige kasteel van Pierrefonds. Hertog Louis d’Orléans had in de 14de eeuw laten bouwen, maar in de 17de eeuw werd het grotendeels afgebroken en in de 19de eeuw door Viollet-le-Duc in opdracht van keizer Napoléon III volledig heropgebouwd, allicht veel echter dan het ooit was geweest. [In 1832 waren de romantische ruïnes van het toen nog vervallen kasteel ook het toneel van een feestje dat de Franse koning Louis-Philippe gaf om het huwelijk van zijn dochter Louise met de kersverse koning Leopold I van België te vieren — waarmee hij meteen ook zijn oog op dat jonge, kleine koninkrijkje liet vallen.]
In de stad zelf is er bovendien nog het Paleis van Compiègne, waar talrijke koningen en keizers hebben verbleven. Het huidige gebouw dateert uit de 18de eeuw, ter vervanging van eerdere kastelen waar al sinds de 5de eeuw de gekroonde hoofden van Frankrijk vaak en graag hebben vertoefd.

 

Compiègne herbergt echter ook, en vooral, aan de rand van de stad, het camp de Royallieu, Memoriaal van de internering en de deportatie.
Ter plekke heb ik documenten gelezen over de eerdere, koninklijke geschiedenis van Royallieu, waaraan het ook zijn naam te danken heeft, maar daarvan heb ik hier niets teruggevonden. Feit is dat er in 1913 een kazerne werd gesticht, die na de Franse nederlaag van juni 1940 door het Duitse leger voor de opvang van krijgsgevangenen werd gebruikt. Dit Frontstalag 122 werd vanaf juni 1941 een ‘permanent concentratiekamp voor actieve vijandige elementen’ waar ook gijzelaars werden opgesloten. Er waren politieke gevangen, verzetslieden, Joden, buitenlanders, of bij razzia’s gevangen genomen burgers. Zo’n 45 000 mensen zijn in de loop der jaren in Royallieu opgesloten, voor ze naar de Duitse concentratie- of vernietigingskampen werden gevoerd. Weinigen zijn teruggekomen. Vanuit Royallieu, het enige interneringskamp in Frankrijk dat vanaf het begin van de oorlog onder Duits beheer heeft gestaan, vertrok in maart 1942 een eerste konvooi met duizend Joden naar Auschwitz-Birkenau. Een dertigtal andere konvooien zouden volgen.

Pas in 2006 en de sluiting van de kazerne werd een Memoriaal van de internering en de deportatie gecreëerd, in drie van de oorspronkelijk 25 gebouwen. Wel stond er al een monument naast de kazerne. De inrichting van het Memoriaal is erg sober, vooral als je rekening houdt met de gruwel van de plek. In het station van Compiègne, aan de andere kant van de stad, zie je op een zijspoor ook nog twee oude treinwagons staan die voor de deportatie werden gebruikt.

Vijf beelden van Royallieu en van de wagons in het station.