070430-jvs-Veluwe.001

Op de Antwerpse Academie (de architectuurschool, het NHIBS) was Kröller-Müller — op de Veluwe — een naam als een klok. Berlage, Van de Velde, Van Gogh. Een verre plek, waar je nooit komt, maar waar je ooit komen moét. De Weissenhofsiedlung, Notre-Dame de Ronchamp, Arc-et-Senans, de familistère van Godin in Guise, Iron Bridge, dat soort dingen. Toen we met de klas op architectuurreis gingen naar Nederland, zijn we er zelfs náást gebleven. Apeldoorn, met Centraal Beheer van Herman Hertzberger (hét idool van de vroege jaren zeventig), dat wel, maar geen Sonsbeek of Kröller-Müller, toch op een boogscheut daarvandaan.

Kröller-Müller ben ik nadien wat vergeten (Weissenhof, Ronchamp…, die niet).  Tot mijn collega Jean-Luc Cornet, projectleider bij de Communauté urbaine voor de uitbreiding van het Musée d’Art Moderne in Villeneuve d’Ascq, in de lente van 1999 het plan opzette om met een kleine delegatie naar de Veluwe te reizen. Kwestie van de kwaliteitslat hoog te leggen, en te zien hoe je met een recent en volmaakt monument omgaat als het te klein geworden is.  Wim Quist heeft dat met Van de Veldes museum perfect gedaan, Manuelle Gautrand met Simounets gebouw enkele jaren later zo mogelijk nog beter. Met dank aan Jean-Luc.

Jef, jij spreekt Nederlands, en bent ook architect. Kröller-Müller. Er is nog één plaats in het busje. Ga je mee? Die Nederlanders hebben ons perfect ontvangen, alles uitgelegd, de vragen beantwoord, maar het is bij het rijden door het immense park dat mijn ogen uit hun kassen gevallen zijn.  Daarna heeft het niet lang geduurd of ik stond opnieuw op de Veluwe, 310 km van Rijsel, om alle hoeken van het prachtige park (5400 ha natuur en landschap) per fiets te verkennen. Ik ben er vaak teruggekeerd, vooral met de kinderen, in een hotelletje, in een charmante chalet van puur Hollands ontwerp (en met eekhoorntjes op het dak), van een Rotterdamse vioolbouwer gehuurd, bij boeren op kamers, of op het rustige kampeerterrein in een hoek van het park.
In dat park zijn er gratis witte fietsen (“gratis” — je betaalt ze met je inkomgeld). Je kan ook fietsen huren in of naast het park (sommige zaken zijn op zondag gesloten! de dag van God), of gewoon je eigen fietsen meebrengen, want behalve de tientallen kilometers fietspaden in het park, is er nog een veelvoud in de omgeving, zoals in het aangrenzende, en even indrukwekkende Veluwezoom.

Na jaren afwezigheid (2007), ben ik in deze beginnende, aarzelende zomer 2015 weer naar de Veluwe getrokken.  Met de tent en de fiets — en de auto. De natuur is er nog steeds even mooi, het landschap even indrukwekkend.  [En de grote brand van Pasen vorig jaar is weer dichtgegroeid.] Je hebt geen bergen nodig, meren of fjorden, om de mooiste landschappen te zien. En — al wist je dat niet — Van Gogh reist ook met je mee: Waarin Vincent een pizza eet, en Jef zich afvraagt of fietsers door herten overreden worden.