Het heruitvinden, herstellen en hermaken van gemeenschappelijk goed is een van de belangrijkste uitdagingen van de eenentwinigste eeuw.

De voorbije eeuwen werd heel veel collectief goed geprivatiseerd. Een goed gedocumenteerd voorbeeld — maar lang niet het enige, want ook in andere landen is hetzelfde geschied — is de Engelse enclosure in de 18de eeuw. Gemeenschappelijke grond, die onder juridisch en militair beheer van adellijke families stond, werd ook hun materieel eigendom. Een talrijke vooral vee-houdende bevolking werd van het land verdreven, om in de snel groeiende steden het industrieel proletariaat te vormen.
Behalve deze binnenlandse privatisering van gemeenschappelijk goed, was en is er ook, op veel grotere schaal, maar met gelijkaardige ideologische, juridische en militaire instrumenten, de kolonisering van Ierland, Amerika, Afrika, Zuid-Azië en Oceanië, Palestina, en nog een en ander.
De 19de en 20ste eeuw, en tot vandaag, waren en zijn ook de tijd van de privatisering van bodem- en natuurrijkdommen, te land, te zee en straks in de kosmos. Onderwijl werd en wordt ook het intellectueel eigendom stoemelings uitgebreid, met als (voorlopig) hoogtepunt de privatisering van het leven. Het conflict omtrent het al dan niet toelaten van genetisch gewijzigde organismen (GGO) gaat minder over de mogelijke gevaren van die organismen, dan over de sluipende privatisering van vormen van leven — bijvoorbeeld van gewassen die voor ons voortbestaan onontbeerlijk zijn. Met als paradox dat onderwijl het beschermende karakter van het individuele leven — de privacy — door de massificatie en privatisering van data meer en meer onder druk komt te staan.
Neoliberalisme is de naam van de ongebreidelde privatisering van gemeenschappelijk goed.

De socialistische beweging heeft in de 19de eeuw veel gemeenschappelijk goed gecreëerd — terwijl ze ook de individuele situatie van de arbeiders verbeterde. De samenwerkende vennootschap Vooruit, met al haar realisaties (winkels, bakkerijen, brouwerijen, een krant, een feestzaal…), was er een eminent voorbeeld van. Maar ook elders hebben duizenden mensen zich ingezet voor gemeenschappelijk goed, waarvan ad hoc verenigingen de juridische eigenaars waren.
De socialistische beweging heeft dat gemeenschappelijk goed verwaarloosd en verkwanseld. Denk aan het Volkshuis in Brussel. Denk aan Vooruit.
Nieuwe mensen, nieuwe schouders hebben zich toen onder de vervallen Vooruit gezet, om een nieuwe Vooruit te doen leven. Dat is hen meer dan behoorlijk gelukt. Vooruit werd een nieuw succesverhaal. Vooruit bleef — of werd nog meer — van iedereen.

Tot de nieuwe voorzitter van sp.a. op historische gronden — hoe vaak hebben we dergelijk argument niet gehoord? — de naam en het begrip Vooruit voor zijn noodlijdende partij opeiste. En, alsof hij op de markt stond, als compensatie voor dat gemeenschappelijk goed 100.000 euro neertelde (de prijs van twee witte konijnen…) uit een partijkas die in fine met belastinggeld wordt gespekt, aan een gegadigde (een Kunstencentrum) die alleen maar de gebruiker is.
Neoliberalisme is de naam van die schaamteloze macht.

Door de naam Vooruit te claimen verwerpt de sp.a wat ooit haar vooruit-strevende, maatschappij-opbouwende ambitie was. Door in naam aansluiting te zoeken bij haar geschiedenis, breekt ze ermee.
En Conner Rousseau? Die man is al oud voor hij ooit jong is geweest.

 

Lees ook: Conner Rousseau beseft niet wat burgers van politici verwachten.