Jef Van Staeyen

Categorie: 2021 (Pagina 3 van 12)

Radetzkymars — Joseph Roth

 

(een korte mail aan Van Oorschot, 18 september 2021)  Hartelijk dank aan de uitgever, hartelijk dank aan Els Snick, hartelijk dank aan Jan Vanriet, en uiteraard aan Joseph Roth, en alle anderen voor dat prachtige “Radetzkymars”.

[Els Snick verzorgde de nieuwe vertaling, Jan Vanriet de tekeningen en Van Oorschot de uitgave, 2020, van het in 1932 verschenen boek.]

ode aan de pcc-tram

 

 

(aangevuld op 14 december 2023 en 30 april 2024)

Ik weet het.
Met wat volgt ga ik enkele vrienden en medestrijders voor een beter openbaar vervoer tegen de borst stoten, tegen de kar rijden, op het paard zetten en in het harnas jagen. En op het verkeerde been én spoor zetten.
Daarom deze disclaimer: ook ik wens dat er op korte termijn méér ruime lage-vloertrams komen, en dat reizigers niet langer verplicht zijn zich in trams te hijsen, of eruit neer te dalen. Dat kan allemaal met hermelijnen en albatrossen, of met recentere versies. Op voorwaarde althans dat ook het perron of trottoir correct is uitgevoerd.

Toch schrijf ik hier graag, in dertien punten, een ode aan de PCC-trams, die meer dan zestig jaar geleden in Antwerpen op de rails werden gezet, in de hoop dat de ironie — of is het cynisme? — daarbij niet verloren gaat.

 

  1. In een PCC-tram hoor of lees je nóóit verkeerde halte-aanduidingen.
    In moderne trams zijn er allerlei soorten schermen met halte-aanduiding, en wordt de (komende) halte aangekondigd. Het is een mooi en handig systeem, dat de reizigers kan helpen. Maar het is vaak uitgeschakeld, en wanneer het werkt is de gegeven informatie één keer op twee fout. De meest frequente afwijking bestaat erin dat de stations één halte te vroeg worden aangekondigd, maar ook volkomen foute informatie komt voor (“Groenplaats”, wanneer je aan het Sportpaleis bent). Bij een PCC (zonder informatie…) heb je dat probleem nooit.
  2. Op het koersbord van een PCC-tram is er nooit verwarring tussen herkomst en bestemming.
    Je ziet vaak trams (vooral op de lijnen 6 en 9, komt me voor) waar op het koersbord niet de bestemming maar de herkomst staat. Voorbeeld: de tram rijdt naar de Luchtbal, met als bestemming Olympiade erop. Vaak heb ik me afgevraagd wáár dat mocht zijn. Bij een PCC (waarvan het koersbord oorsprong én bestemming vermeldt) komt die fout niet voor.
    [Alhoewel: de koersborden van tram 12 zijn een ander verhaal.]
  3. Een PCC-tram heeft slechts één koplicht, zodat je hem niet men een bus verwart.
    Dit voordeel is vooral belangrijk als je staat te wachten aan een trambaan waar ook bussen rijden: Bredabaan, Noorderlaan, Antwerpsestraat… Al zijn op de eerste twee nagenoeg alle PCC’s verdwenen.
  4. Met een PCC zie je beter dat het jouw tram is, die komt.
    Enige tijd geleden heeft De Lijn aan (bijna) alle haltes borden aangebracht, waarop je “in real time” de wachttijden kan lezen. Deze aanduidingen zijn niet exact. Lees je dus dat je tram in aantocht is (de drie pijltjes ↓↓↓), of dat je 2 of 3 minuten moet wachten, dan zijn er drie mogelijkheden: (1) je hebt je tram gemist, (2) de aangeduide tram is afgeschaft, en de tijdsaanduiding is louter virtueel, (3) er komt een tram. Veel beter dan die kleine kans is het dus, aan de einder jouw tram te zien. Sta je aan halte Gounod van lijn 7, kan je van de trams aan de Harmonie al zien of er PCC’s bij zijn. Een PCC is een 7.
  5. De PCC-trams worden nog zelden met reclame beplakt, wat bij de andere trams vaak gebeurt.
  6. In een PCC-tram zit je hoger, en heb je een mooier uitzicht.
  7. Een PCC-tram heeft meer deuren.
    [OK, er zitten steile trappen aan.]
  8. In een PCC-tram mag je langs de voorste deur instappen.
  9. In een PCC-tram zijn er meer handgrepen, zodat je vaste hand hebt wanneer je naar de uitgang gaat.
  10. Een PCC-tram biedt meer rijcomfort, zowel in de rechte stukken als in de bochten.
    [OK, de staart van een getrokken PCC kan al eens bruusk door de bochten gaan wanneer de neus van de trekkende tram — en dus wattmens — al op rechte stukken rijdt.]
  11. PCC-trams zijn ontworpen als een geheel.
    Zelfs vandaag, meer dan zestig jaar na de ingebruikname, en na meerdere aanpassingen, zie je nog steeds dat PCC-trams ontworpen zijn als een geheel, zoals men dat ook voor auto’s doet (of voor trams in steden als Valenciennes en Straatsburg). Elk onderdeel beïnvloedt elk ander onderdeel, en het ontwerp is pas af als alle onderdelen af zijn. Hermelijnen en (in mindere mate) Albatrossen (maar vaak ook lijnbussen) zijn samengesteld uit onderdelen die wat toevallig zijn samengebracht, tot er uiteindelijk een tram of bus ontstond.
  12. Toegegeven, er zit ook wat nostalgie aan die PCC’s.
  13. PCC-trams zijn duurzaam, en circulair.
    Nu alles, ondanks de discoursen over duurzaamheid, zo snel stuk en verouderd is, mag de duurzaamheid van de trams extra in de bloemetjes worden gezet. De inspanningen die toen geleverd zijn om die trams te ontwerpen en te bouwen, de energie en de materialen zijn sinds lang afgeschreven.
    En dat trams, met steeds nieuwe reizigers op steeds nieuwe ritten, circulair zijn, laat daar geen twijfel aan bestaan.

 

hoe de Lange Wapper de Kattendijksluis heeft gered

aan de toegangsgeul van de Kattendijksluis, foto GV, augustus 2021

 

Het heeft niet veel gescheeld of de Lange Wapperbrug had een deel van de Antwerpse haven afgesloten van de Schelde en de zee. Althans voor hoge masten, die men in die haven graag ziet.
Uiteindelijk leidde het project voor de Lange Wapper tot de renovatie van de verwaarloosde, uit bedrijf genomen en deels gesloopte Kattendijksluis.

Deze tekst vertelt het verhaal van de sluis, en van het gelijknamige dok. Hoe ze verdween, en toch werd gered  (21 Mo).
De Lange Wapperbrug werd niet gebouwd, maar zonder haar was die sluis misschien nooit hersteld.

tram 12 en de bretzel-economie

Soms volstaat één zin om me aan het werk te zetten. Ongevraagd.
Ditmaal was die zin: “Op enkele uitzonderingen na, zoals de deelplatformen voor woonruimte Airbnb en Couchsurfing, situeren de meeste deelsystemen in Vlaanderen zich in een niche.” Hij staat op pagina 66 van het nummer 49 (maart 2021) van het tijdschrift Ruimte, dat helemaal aan de circulaire economie en ruimte is gewijd.

Voeg daarbij dat ik enige argwaan heb ontwikkeld voor lijstjes met woorden (“de 3 P’s”, nu “de 10 R-en”…) en voor cirkels, driehoeken, vierkanten en pijlen die de realiteit, een uitdaging of een strategie moeten vatten (de “donut-economie”…) — ik heb er in mijn beroepscarrière ook zelf getekend, misschien daarom — en je begrijpt waarom ik mijn pen ben gekropen, voor wat uiteindelijk een essay geworden is.

Aan de hand van tram 12, maar ook van cafés, wassalons, parkings, verwarmingsinstallaties en rioleringsnetten relativeer ik graag wat vandaag over de nieuwheid en uitzonderlijkheid van deelsystemen wordt beweerd.

In april ben ik beginnen schrijven en tekenen. Toen kwam de verhuis. Onlangs heb ik het werk hervat, vervolledigd, wat bijgesteld en voltooid: tram 12 en de bretzel-economie.

 

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑