Als ik tientallen keren met groeiend plezier kan luisteren naar Ravel’s Concerto en sol majeur, kan ik ook Nooit meer slapen nog vaak herlezen.
(Dit wordt een bespreking van Hermans’ Nooit meer slapen, maar eerst maak ik een lange omweg. Wie Nooit meer slapen wil, verwijs ik meteen naar punt 3.)