Het wordt steeds moeilijker voor de voetganger op het trottoir, met al die wielen groot en klein, oud en nieuw, snel en sneller, met of zonder motor, zonder of met lawaai en stank, rijdend, slalommend, of gênant geparkeerd. Het aantal ongevallen neemt toe, en wanneer het niet de ongevallen zijn is er de hinder en de groeiende stress, en heimwee naar de tijd dat wielen enkel op de rijweg reden. Toen het trottoir nog een koninkrijk was. Een stad met auto’s in files, zelfs vervuilend, maar die tussen boordstenen bleven, zo slecht was dat nog niet.
Want niet de fietser of schaatser maar de voetganger is naakt wanneer het tot een aanrijding komt. De enige echte zachte straatgebruiker gaat te voet. Geen wiel, geen stuurstang, geen plank die hem beschermt — tenzij bij regen een paraplu. Zijn voeten en schenen, zijn benen en knieën, zijn lever en nieren, en tenslotte bij val ook zijn hoofd zijn onbeschermd.
Wordt op hem gelet? Ziet hij de bedreiging? Mag hij nog stoppen of vertragen, mag hij nog een stap opzij zetten zonder achter zich te kijken naar een gehaast en stil gevaar?

 

Zowat een lange eeuw lang beperkte het roekeloze gedrag van voetgangers zich tot ongeoorloofd oversteken. Het rode licht negéren omdat er dan geen auto’s zijn — wat van het groene niet altijd kan worden gezegd. Maar nu blijkt dat ook op voetpaden, autovrije straten en woonerven voetgangers veel te vaak roekeloos zijn. Ze lopen naast elkaar (!), stoppen onaangekondigd (!!), doen een stap opzij naar een etalage, terras of vuilnismand (!!!), of ze vertragen (!!!!). Ze lezen op hun GSM (!!!!!), en de vreedzame fietser, die hoog op zijn ijzeren ros ook aan het lezen was, heeft dat risico-gedrag niet kunnen zien. Of een kind springt plots opzij (!!!!!!). Gewoon uit blijdschap, of omdat het een hond heeft gezien. Het heeft op die fiets op het voetpad niet eens gelet (!).
De overtuiging wint veld dat ook voetgangers, vóóral voetgangers, tot een meer verantwoord gedrag moeten worden bekeerd. Links kijken, rechts kijken en weer links bij het oversteken volstaat niet meer. Wat is je plaats in de straat of op het plein, hoe gedraag je je, ben je goed zichtbaar, kondig je je manœuvers wel aan? En: ben je verzekerd voor het risico dat je voor anderen bent? Daaruit ontstaat het beeld van de nieuwe voetganger, die zichzelf en de anderen pro-actief beschermt.

Deze eerste tekening bovenaan toont de minimumuitrusting voor de nieuwe voetganger, met zowel actieve als passieve bescherming. Low-tech (belletjes) en high-tech (GPS-tracker en zwarte doos). De voetganger kijkt regelmatig in de spiegels (een model met camera’s bestaat ook), en geeft op voorhand aan of hij gaat stoppen of van richting veranderen. Hij stopt niét en verandert niét van richting als hij daarmee andere, vooral gewielde voetpadgebruikers stoort.
De tweede tekening geeft aan dat de nieuwe voetganger
ook ‘s nachts beter zichtbaar is. Verhoogde waakzaamheid blijft echter geboden.

Hieronder: Voor wie nog wat meer wil en het zich kan veroorloven zijn er ook cilindervormige beschermende kooien in aluminium, die je aan je schouders hangt, en die de fietsen, schaatsen en andere wielen op het trottoir wat beter op afstand houden.

Deze medeling wordt u aangeboden door AVV-VVK,
Aandacht Voor Voetgangers, Voetgangers Voor het Klimaat

Lees ook de aanvullende inhoud met een kort historisch overzicht van een halve eeuw voetgangersgebied op de Franstalige flank van deze site: le piéton du vingt-et-unième siècle.