Op de website de lage landen van Ons Erfdeel publiceerde Gie Goris (journalist en oud-hoofdredacteur van MO) een reactie op de recente herrie omtrent Amanda Gormans gedicht “the Hill We Climb”, en met name de vertaalopdracht die initieel aan de schrijfster Marieke Lucas Rijneveld werd toevertrouwd.
Straf toch, denk ik dan, hoe we ruzie kunnen maken over een gedicht dat samenbrengt.
Hij besluit zijn tekst met een antwoord op Amanda Gormans tekst: Het beloofde land is geen schitterende stad op een heuvel, het ligt aan de overkant van de Jordaan.

Ik wacht op de dag dat we elk onze eigen Jordaan oversteken om dan samen zevenmaal rond de versterkte stad te trekken tot het bazuingeschal de muren doet verkruimelen. En laat er geen twijfel over bestaan: wie macht heeft, moet eerst door het water. Er is zoveel behoefte aan samen, de woestijn van de geglobaliseerde wereld is zo bar. En er is echt zo verschrikkelijk veel te doen.

 

Dit is mijn reactie.

Nee, Gie Goris, er is geen beloofde land aan de overkant, net zo min als op de heuvel. Er is geen beloofde land dat we door een sacrament kunnen bereiken, een doop in de rivier, en muziek om muren te doen vallen.
Het beloofde land is hier. Het is wat wij ervan maken. En dat maken houdt nooit op, we zullen altijd bezig zijn. Dat is ons beloofde land.