Het is ironisch, of misschien zelfs cynisch.

Er zijn mensen die goed hebben geboerd. Misschien waren ze slimmer, handiger, daadkrachtiger. Of misschien hadden ze chance. Misschien hebben ze meer financieel en sociaal kapitaal van hun ouders gekregen, de beste scholen bezocht, de beste jobs gekozen, en nog wat erfenissen links en rechts. Misschien zijn ze spaarzaam geweest. Hoe ook, ze beschikken over een meer dan fatsoenlijke financiële matras. Zo’n matras is aangenaam: je voelt je beter en zekerder als je die hebt — er zit ook zelfbevestiging in, une vie réussie —, het is goed voor de kinderen, en voor de oude dag. Want met die oude dag, de gezondheid en de kwalen, de leefomstandigheden en de zware kosten, weet je nooit.

Misschien hebben ze hun geld in vastgoed geïnvesteerd, of in een bedrijf — in hun bedrijf, als risicodragend kapitaal — en/of misschien hebben ze het naamloos in fondsen belegd. Naamloos, want niemand weet waar zijn geld echt zit — morgen elders dan vandaag —, en niemand weet van waar het komt. Vooral wat het opbrengt, en alleen wat het opbrengt, is wat telt. Het profijt. Daarom ook hebben die mensen geijverd, via hun netwerken, kranten en politici, opdat meer en meer bedrijfssectoren voor anoniem kapitaal zouden open staan.

Komt uiteindelijk de dag dat ze niet meer zelfstandig kunnen zijn, en naar een woonzorgcentrum moeten verhuizen. Mede dankzij hun meer dan comfortabele financiële matras, komen ze in het chicste en duurste woonzorgcentrum van het land terecht. Het ligt nabij een park, maar je moet wel een van de drukste straten van stad oversteken om er te zijn. Vanuit je kamer, met zicht op het park, kan je het park niet zien. Het gebouw van het woonzorgcentrum was immers een hotel, ook heel chic, maar werd niet aan zijn nieuwe bewoners, de oude mensen aangepast. De vensterbanken zijn te hoog om vanuit de bedden of zetels de bomen te zien. De meubels te zwaar, de kasten te klein. Op de vloeren ligt dik tapijt, te dik voor rolstoelen, slepende voeten en rollators. Pislucht krijg je er niet uit. Er is vooral te weinig personeel, te weinig zorg, want dat kost geld. En bedreigt het profijt.

Het woonzorgcentrum wordt door anoniem kapitaal gefinancierd. Kapitaal dat niet verschilt van het geld dat zijn bewoners in anonieme fondsen en circuits hebben belegd. Ze zijn de gevangenen van hun eigen geld.