In De Morgen van vrijdag 2 juli verhaalt Saskia De Coster (“veiligheid eerst, vooral van de auto”) twee recente, onaangename fietsanekdotes, met ijverige — te ijverig geachte — Antwerpse politie-agenten, en een derde, wat oudere anekdote, met een wegpiraat in een auto, en een te weinig ijverige politie.
Over die laatste anekdote spreek ik me hier niet uit. Ze is, ondanks de ernst, niet van aard om mijn lezing van de eerste twee te beïnvloeden.

Ik kan Saskia De Coster wel een heel eenvoudige suggestie doen. Indien de politie in de buurt waar ze woont te ijverig is omtrent fietsend wangedrag — zoals ze stelt —, kan ze die politie misschien vragen haar actieterrein te verleggen, en in andere buurten wat ijveriger te zijn. Er zijn straten genoeg in Antwerpen waar de voetgangers op het voetpad al te vaak door geparkeerde fietsen (en steps en brommers) en door rijdende fietsers (etc.) worden gehinderd en in gevaar gebracht.

parkeren is geen Mensenrecht

Wat dat parkeren op voetpaden betreft wil ik er hier op wijzen dat het stallen van een voertuig op de openbare weg, laat het een auto zijn, een kar of een fiets, niet in de Universele verklaring van de rechten van de Mens staat vermeld. De vrijheid zich te kunnen verplaatsen wel, en te voet gaan is de essentieelste manier om dat te doen. Uiteraard moet er in onze steden en gebouwen meer plaats worden gemaakt om fietsen te parkeren, met name door meer autoparkeerplaatsen tot fietsparkeerplaatsen en autogarages tot fietsgarages om te vormen, maar er mag daarop niet gewacht worden om bij het parkeren van fietsen nu al meer burgerzin te tonen dan gebruikelijk is. Ook fietsers hebben benen.

Wat dat fietsen op voetpaden betreft: behalve voor kinderen, voor gehandicapten die daarvoor bijzondere voertuigen gebruiken, en voor postbodes die met hun vracht letterlijk van deur tot deur rijden, en daartoe elke vijf meter moeten stoppen, bestaat er geen enkele reden om op het voetpad te fietsen. Als er, om welke reden ook, geen of onvoldoende plaats is op de rijweg, of op het eventueel aanwezige fietspad (veel autoverkeer, teveel fietsverkeer, afsluiting van de rijweg of het fietspad, etc.), en de fietser oordeelt dat het beter is zich op het voetpad te begeven, mag van de fietser verwacht worden dat hij zich daar als een voetganger gedraagt. Met andere woorden: hij stapt af en leidt zijn voertuig met de hand, zoals anderen dat met kinderwagens, rollators, reiskoffers of boodschappenwagentjes doen.

Ik vermeld nog even dat ik onlangs over dergelijke problematieken (en verwante, waaronder hinderlijk geparkeerde auto’s) zowel het stadsbestuur als sommige districtsbesturen heb aangeschreven. Geen enkel voertuig is belangrijker dan een mens.

Lees ook hier: Wie ruimt dat op?