Wanneer er verkiezingen zijn in de States, zoals onlangs de mid-terms van 6 november, kijk ik graag wat naderbij, naar staten die ik wat beter ken, die ik de voorbije jaren heb bezocht, en waarover ik boeken en lokale kranten heb gelezen. Ik mag zeggen: waarvan ik de temperatuur ter plekke een beetje heb gevoeld.
In concreto zijn dat Vermont (met New-Hampshire) in 2013, en Montana (met Idaho) in 2016. Zo’n lokaal nieuws geeft me een genuanceerder en diverser beeld dan het eenvoudige zwart-wit of blauw-rood met overhaaste commentaren dat ons in de pers vaak voorgehouden wordt.

Vermont en Montana

Vermont en Montana zijn heel verschillend van elkaar, wat echter niet betekent dat ze omwille van dat verschil samen een getrouw beeld kunnen geven van de States. Ze zijn Michigan niet, of Arkansas, dat besef ik wel. Ze zijn beide blank en landelijk — en het is ook een beetje om die laatste reden dat ik ze bezocht: het prachtige landschap van een dunbevolkt gebied. (Ze liggen ook beide tegen de Canadese grens — geen toeval voor mij.)

 

Craftsbury Common, Vermont

Vermont is een kleine, oude staat, in het noordoosten van de VS: New England. Naar bevolkingsaantal de 49ste op 50. Het is een van de 4 staten die onafhankelijk zijn geweest vóór ze tot de Unie zijn toegetreden, en het is allicht de enige die écht onafhankelijk is geweest én vrijwillig is aangesloten, want over de geschiedenis van Texas en Californië valt te praten, en het onafhankelijke Hawaï werd eerst geannexeerd (een staatsgreep door de U.S. Marines in 1893) en pas veel later als staat erkend (1959).
In 1770 hebben de boeren uit een gebied dat zowel door New Hampshire als New York was geclaimd — hun grond hadden ze aan New Hampshire betaald, en was nadien door de Britse koning aan New York toegewezen — een legertje opgericht, de Green Mountain Boys, dat zowel de New Yorkers als de Britten wist te verslaan. In januari 1777 werd een onafhankelijke staat opgericht, met een progressieve, geschreven grondwet die slavernij verbood, algemeen enkelvoudig mannelijk stemrecht instelde, en openbare financiering van overigens verplicht onderwijs voorzag. In 1789 werd vrede gesloten met New York, en twee jaar later werd Vermont de 14de staat van de Unie.
Vermont, dat zijn witte dorpen in groene heuvels — les verts monts — : de huizen, kerken, school en bibliotheek netjes rond een groen plein — de common — geschaard. Vermont heeft veel biologische landbouw, een verbod op weidewinkels (malls) en reclamepanelen (billboards). Vermont kent vaak directe democratie: de open town meetings in plaats van een verkozen gemeenteraad. En burger-initiatieven over onderwerpen van nationaal of internationaal belang.

 

Harlowton, Montana

Montana,Treasure State, of Big Sky Country, is een jonge staat in het noordwesten, de 41ste, in 1889 opgericht — wanneer er voldoende blanken leefden en een juridische en administratieve structuur op poten stond, kon in het wilde westen met akkoord van Washington een nieuwe staat worden gecreëerd.  Montana is groot (iets groter dan Duitsland), maar met zijn 1 miljoen inwoners dun bevolkt. Het is traditioneel een staat van landbouwers, veehouders, houthakkers en mijnwerkers — en van spoorwegstadjes. Veel van die vooral industriële bedrijvigheid is echter verdwenen. Het is ook natuur, toerisme en recreatie, en heeft universiteiten waar schrijvers worden gekweekt: William Kittredge, Raymond Carver, Richard Ford, Norman Maclean, Robert M. Pirsig…  [Terloops: ook in Vermont bots je vaak op een universiteit, maar misschien is dat een kenmerk van kleine en middelgrote Amerikaanse steden, dat universiteiten er prominent aanwezig en herkenbaar zijn.] Montana is de eerste staat die een vrouw naar Washington heeft afgevaardigd: de pacifiste Jeannette Rankin als Republikeins volksvertegenwoordiger in 1916. En als we de schrijfster Mayle Meloy uit Helena mogen geloven, is Montana de plaats waar inwijkelingen maar niet kunnen wennen aan het feit dat deuren er niet op slot worden gedaan.

politieke structuur

Elke Amerikaanse staat heeft een eigen grondwet, een Gouverneur, een House of Representatives (Volksvertegenwoordiging) en een Senaat. Plus nog wat andere functies (zoals een attorney general, of openbaar aanklager) die via verkiezingen worden ingevuld.  Elke staat heeft twee vertegenwoordigers in de federale Senaat, en een of meerdere vertegenwoordigers in het federale House of Representatives.  Zowel Vermont als Montana heeft er slechts één. (Californië heeft er 53, op het totaal van 435.) Geen volksvertegenwoordiger in Amerika vertegenwoordigt meer inwoners dan die van Montana; na de volkstelling van 2010 is Big Sky Country net naast een tweede zetel in Washington gevallen, die het pas in 1990 verloren had.

De bekendste politicus van Vermont is de onafhankelijke senator Bernie Sanders, die in 2016 in het Democratische kamp een gooi naar het presidentschap deed (maar voor Hillary Clinton de duimen moest leggen). De bekendste uit Montana is de Republikein >Ryan Zinke, die van maart 2017 tot december 2018 (*) Trumps minister van binnenlandse zaken was (Secretary of the Interior). Daar zat hij goed om op zijn minst één van zijn politieke ambities waar te maken: de overdracht van de federale gronden naar de gefedereerde staten. In Montana is een derde van het grondgebied eigendom van de Unie (ooit van de Indianen ontvreemd), en een lokale, “statelijke” bevoegdheid is de kortste weg naar een uitbreiding van de ontginningsrechten voor al wat daar in de bodem zit.  De toegang tot de enorme natuurgebieden is zowat het belangrijkste politieke vraagstuk in Montana, tussen de toeristische sector, de veeteelt, de bosbouw, de mijnbouw en de natuur — en de Indianen. Voor de enorme voorraden steenkool is de situatie paradoxaal: Trump wil de productie opdrijven, maar weinigen willen er nog van. De Verenigde Staten voeren steenkool uit naar China, en voeren hoogtechnologische producten uit China in.
(*) = aanvulling op 16 december 2018, na het ontslag van Zinke op 15 december

verkiezingen

In Vermont stonden één van de twee federale senaatszetels, de zetel in de federale Volksvertegenwoordiging, het gouverneurschap en de lokale (statelijke) Volksvertegenwoordiging en Senaat op het spel. Bernie Sanders herwon makkelijk zijn zetel (met meer dan 67%) — de andere senaatszetel wordt sinds 1975 (!) door de Democraat Patrick Leahy bezet.
De Democraat Peter Welch haalde een nog hoger percentage (69%) als federaal volksvertegenwoordiger, en de Republikein Phill Scott wist overtuigend (55%) zijn twee jaar geleden veroverd gouverneurschap te bewaren — een mandaat duurt er slechts twee jaar. Zijn tegenstreefster, de Democrate Christine Hallquist, was de eerste transgender in de States die door een grote partij voor een gouverneurschap werd voorgedragen. Een Progressist werd Lieutenant Governor (zeg maar de adjunct van de gouverneur) en Democraten werden Attorney General, Secretary of State, Auditor en Treasurer — allemaal met hoge percentages. Zowel in de statelijke Senaat als in de statelijke Volksvertegenwoordiging behaalden de Democraten meer dan twee derde van de zetels.
In Vermont werkt een brede Democratische meerderheid dus samen met een gematigde Republikeinse gouverneur. Aangezien ik de bevoegdheidsverdeling niet ken, ga ik me niet uitspreken wie de verdienste heeft, de gouverneur of het parlement, voor de instelling van een verplichte ziekteverzekering, de beperking van de wapendracht, het toetreden van Vermont tot de United States Climate Alliance (als reactie op Trumps beslissing de akkoorden van Parijs niet te respecteren), of de verplichting voor openbare scholen om gender-neutrale toiletten te voorzien (in Amerika noemt men toiletten “bathrooms”).


“It’s important for kids in school”
De Republikeinse gouverneur van Vermont, Phill Scott, ondertekent wet H.333 die de openbare scholen verplicht gender-neutrale toiletten te voorzien. Hij is omringd door aanhangers en leden van de LGBTQ-gemeenschap van Vermont (Montpelier, hoofdstad van Vermont, 11 mei 2018; The Christian Post).

 

Viel er in Vermont op federaal vlak weinig te rapen, in Montana stond er heel veel op het spel. De kiezers leggen er blijkbaar nooit al hun eieren in dezelfde mand. De Democraten hoopten de betwiste Republikeinse federale volksvertegenwoordiger Greg Gianforte te verjagen — in 2017 was hij in een tussentijdse verkiezing de genoemde Ryan Zinke opgevolgd, maar de avond voor de verkiezing had hij een journalist van The Guardian gemolesteerd, waarvoor hij schuld bekende en tot een taakstraf veroordeeld werd — en de Republikeinen hoopten de Democratische senator John Tester te verslaan (het mandaat van diens Republikeinse collega Steve Daines stond niet op het spel). In 2016 had Trump in Montana zeer hoge cijfers gehaald.


“Look, we did it.”
John Tester, herkozen Democratisch senator van Montana, de dag na de verkiezingen, in Great Falls (Great Falls Tribune).
Tester heeft Trumps projecten meermaals gedwarsboomd, en die heeft op Testers (politieke) hoofd een hoge prijs gezet.

 

Geen van beide is gelukt — het verschil was telkens miniem, — maar er waren wel grote middelen ingezet. Trump is viermaal naar Montana gekomen (naar Missoula, Billings, Great Falls en Bozeman), en ook zoon Donald Trump jr. en vice-president Mike Pence zijn langs geweest. Volgens Great Falls Tribune heeft de hele campagne de partijen 67 miljoen dollar gekost, voor iets minder dan een half miljoen uitgebrachte stemmen. (Andere bronnen geven lagere bedragen, maar toen was er nog meer dan een maand te gaan.)
Ook voor de statelijke senaat en volksvertegenwoordiging werd gestemd (met een flink Republikeins overwicht), maar het gouverneurschap (de Democraat Steve Bullock, in 2016 verkozen op een programma met een verhoging van de minimumlonen, een uitbreiding van de openbare ziekteverzekering en een beperking van de bedrijfsfinanciering aan politici en partijen), noch andere statelijke functies stonden blijkbaar op het spel.
Wel werden er vier volksraadplegingen gehouden, voor twee wetsontwerpen en twee burgerinitiatieven. De eerste twee werden goedgekeurd, de andere verworpen. Een ruimschoots “yeah” voor onroerende belasting om het hoger onderwijs te financieren, en om het gebruik van volmachten bij verkiezingen te beperken, en “nay” voor een hogere taks op tabaksproducten en een strengere reglementering van nieuwe mijnbouwprojecten. Er waren ook talrijke lokale verkiezingen, bijvoorbeeld voor sheriffs, waar ik geen zicht op heb.

(gebaseerd op the New York Times, Ballotpedia, en Great Falls Tribune — inloggen op de Missoulian, een uitstekende krant, lukt me niet meer)