Ik hou van hydrodynamica.
Iedereen heeft het wel meegemaakt, dat als je een kan wat te snel in de gootsteen uitgiet, het water langs de randen van de bak omhoogstroomt, of zelfs op je kleren of handen spat. Dat vinden we heel normaal, maar we beseffen niet dat het gelijkaardige fenomenen zijn, die de grote watermassa’s in zeeën, fjorden en rivieren omhoog doen vloeien.
Hydrodynamica vind ik in het kleine lavabo’tje hier in het toilet (omwille van een conceptiefout vloeit het slechts langzaam leeg: de lucht in de afvoerpijp remt het water, maar wanneer dat hoog genoeg staat, gaat het plots wel), in de Noorse fjorden, en in de getijden op de Schelde, waarbij het water soms “bergopwaarts” van Antwerpen naar Vlissingen vloeit. [Echt waar: wanneer het laag water, volgens een identieke TAW-meting, in Antwerpen soms meer dan 70 cm lager ligt dan aan de monding, in Vlissingen, kan dat niet anders betekenen, dan dat het water “bergop” gelopen is. En ook het hoogwater, hoger dan in Vlissingen of in Melle, bij Gent, is zo’n fenomeen.]
Op 31 januari (2022) had ik de kans, als “recente” Antwerpenaar, een stormvloed op de Schelde te zien. Begrijp storm niet verkeerd: in Antwerpen waaide het heel hard, onstuimig hard — je werd er dronken van, en achteraf doodmoe; fietsers moesten bij wijlen van hun fiets, en ook ik, als voetganger, bleef dan even staan met mijn rug naar de wind — maar de storm, Corrie genaamd, ontketende haar windkracht 9 op zee, en duwde het water vanuit het noordwesten de monding van de Schelde in. Het was géén springtij die dag, en de efemeriden (de stand van maan en zon) voorspelden een hoogtij van 5m48. De stormvoorspellingen maakten daar zo’n 7m00 van, de hoogte van de Blauwe steen. Om 15u06. Uiteindelijk werd, met een merkwaardig afgetopte curve, een hoogwater van 6m94 gemeten. Maar reeds om 14u30 zagen we hoe de Schelde over de Blauwe steen ging.
klik op de foto voor meer plaatjes