Jef Van Staeyen

Categorie: 2020 (Pagina 1 van 22)

stop de steps, en de stuipen

Dit had hier al eerder moeten staan: vorig jaar promootte de stad Antwerpen — terecht — Slim naar Antwerpen.
Daarin, jammer genoeg, dom genoeg, de elektrische step. Om haastig tussen de mensen te rijden, en hen aan het schrikken te brengen.

het STOP-principe

 

 

Al heeft het STOP-principe een wat ongelukkige naam, het beoogt de prioriteiten in het mobiliteitsbeleid en in het ontwerp van straten en pleinen juister te stellen, met meer aandacht voor mensen en duurzaamheid.
Het werd door de Nederlands verkeerskundige prof. dr. Jan Korsmit in Vlaanderen geïntroduceerd, en nadien door een aantal CVP-politici overgenomen, waarna het in 2009 middels het Mobiliteitsdecreet werd opgelegd.

De overheden, diensten, agentschappen en rechtspersonen, vermeld in het eerste lid, houden bij het voorbereiden, het vaststellen, het uitvoeren, het volgen en het evalueren van het mobiliteitsbeleid ook rekening met de volgende beginselen :
1° het STOP-beginsel, op grond waarvan de volgende rangorde wordt gerespecteerd voor de wenselijke mobiliteitsvormen :
a) de voetgangers;
b) de fietsers;
c) het collectieve vervoer;
d) het individueel gemotoriseerde vervoer;
2° het participatiebeginsel, op grond waarvan aan de burgers vroeg, tijdig en doeltreffend inspraak wordt verleend bij het voorbereiden, het vaststellen, het uitvoeren, het volgen en het evalueren van het mobiliteitsbeleid.

In het huidige decreet Basisbereikbaarheid werd het STOP-principe afgezwakt:

Ter uitvoering van het mobiliteitsbeleid beogen het Vlaamse Gewest, de eronder ressorterende diensten en agentschappen, de provincies, de gemeenten en de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die in het Vlaamse Gewest belast zijn met taken van openbaar nut, de volgende doelstellingen:
vraaggericht investeren in bereikbaarheid; [het beleid is dus niet sturend]
2° vervoersnetwerken klaarmaken voor de toekomst;
3° een multimodaal vervoerssysteem uitbouwen waarbij zoveel als mogelijk uitgegaan wordt van het STOP-principe;
4° het realiseren van een slachtoffervrij vervoerssysteem;
5° verleiden, motiveren, prikkelen tot gedragsverandering; [ontrading behoort dus niet tot de beleidshefbomen]
6° Vlaanderen een gangmaker maken in innovatie;
7° basisbereikbaarheid regionaal en integraal aanpakken;
8° zorgen voor een vlotte doorstroming van elke vervoersmodus.
(…)
Het Vlaamse verkeersveiligheidsbeleid investeert in de veiligheid en de kwaliteit van de wegen en hun aanhorigheden, met het STOP-principe als uitgangspunt.

Hoe ook, het STOP-principe wordt zelden toegepast.
Veel vaker worden beslissingen genomen en uitgevoerd volgens wat men het POTAS-principe zou kunnen noemen:

  • particulier vervoer
  • openbaar vervoer
  • trappers (fietsers)
  • allerlei ambetante dingen die men ergens kwijt wil, en waarvan de meeste niéts met voetgangers te maken hebben (verkeersborden, parkeermeters, verlichtingsmasten, elektrische laadposten, elektrische en telefonie-kasten, fietsenstallingen, etc.)
  • stappers (voetgangers).

2020 — een jaaroverzicht in enkele foto’s ❧

de dichter op het dak

 

Het jaar 2020 in een dertigtal foto’s.
Sommige heb ik al eerder gepubliceerd op de site, andere zijn “nieuw”.
De “herontdekking van Antwerpen, Corona, en enkele uitstapjes naar Genk, Oostende en Rupelmonde.
Klik hier, of klik op de foto.

 

Of kijk en lees hier:

2020, het jaar van de overheid ❧

Een stille revolutie heeft zich voltrokken, maar we hebben het nauwelijks gemerkt: 2020 was het jaar van de overheid.
Of veeleer: van de overheden, in het meervoud — van gemeente, via provincie, regio of staat, tot Europa en zelfs de planeet.
Als er in de tekst hieronder overheid staat, mag je dat in het meervoud lezen.

(klik hier als je liever een pdf-bestand leest)

no such thing as society

Na de Tweede Wereldoorlog hebben de Westerse landen, elk op zijn manier, een verzorgingsstaat uitgebouwd. Dat betekende dat talrijke oude of nieuwe taken aan de overheid of aan overheidsinstellingen en -bedrijven werden toevertrouwd. Sommige bestonden al langer, waren uit eerdere crises ontstaan, maar toen, na de oorlog, werd dat alles in een breed en coherent kader ingepast: er zijn dingen die we beter samen doen, en daar hebben we de overheid voor. Met democratische controle op wie wat beslist.

Een dikke generatie later, in de jaren tachtig, is de afbraak begonnen. “There is no such thing as society” zei Margaret Thatcher, Brits Prime minister van 1979 tot 1990. Begrijp: er zijn individuen en er zijn bedrijven, en er is een markt. De individuen en de bedrijven zijn spelers op de markt. Er is geen samenleving, en al wat van de overheid verwacht wordt, is een handvol regels bepalen.
“There is no alternative”, zei ze ook.

Tegen dat neo-liberalisme is toen veel verzet gerezen, maar uiteindelijk heeft het de bovenhand gehaald. Behalve bij uiterst links en uiterst rechts vind je het in het gedachtegoed van alle politieke partijen — ook groenen en socialisten willen de markt vooral corrigeren. Het is de doctrine van de Europese Unie, van haar intern beleid en haar afspraken met niet-Europese partners. En las ik niet onlangs dat een grote Antwerpse hogeschool een andere, ook grote Antwerpse hogeschool van oneerlijke concurrentie betichtte, alsof niet de kwaliteit van het onderwijs maar de concurrentie voor hogescholen de maat der dingen was. Het marktdenken zit zo diep dat we het soms niet eens merken.

De idee is dan dat de overheid wel geldstromen organiseert en oriënteert, dat ze een aantal regels bepaalt (en heel soms op de naleving toekijkt), maar slechts de dingen doet waarvoor geen marktspeler te vinden is.

Dus hebben we collectieve, door de overheid onderschreven energiecontracten (of in andere landen openbare energiebedrijven) — waar niemand echt tevreden mee was — vervangen door een veelheid aan marktspelers, met de idee dat het goed is dat elk gezin elk jaar twee of meer avonden spendeert met het vergelijken van prijzen en tarieven (op basis van onvolledige en soms misleidende informatie) of, beter nog — het summum, en zelfs de paradox —, zich bij een groepsaankoop aansluit… zo mogelijk met hulp van een overheid. Alsof een openbaar energiecontract niet zelf een groepsaankoop was. En de beste oplossing niet in een verbetering van zijn werking zat.
Dus… mogen we straks, in dezelfde logica, om een kaartje voor de trein van Antwerpen naar Oostende te kopen, eerst op het web vijf aanbieders van reizen vergelijken.
Dus… heeft op een blauwe maandag  een Belgische minister van Defensie beslist dat het leger zijn weerkundige gegevens niet langer gratis aan de bouwbedrijven geeft, omdat er bedrijfjes zijn die dat tegen betaling doen.
Dus… wordt van de VRT vooral verwacht dat ze de markt niet verstoort.
En dus… verdringen pakjesbedrijven met hun camionnetjes elkaar van de weg, en vragen we ons af hoe we de bestelling van brieven en kranten gaan financieren.

delhaize of zara

In 2020 werd dat anders. In 2020 ergerden we ons aan het zichtbare onvermogen van de overheid om correct uit te voeren… wat we haar tot dan toe gevraagd hadden vooral niet te doen: producten kopen die we nodig hebben, prijzen onderhandelen, diensten organiseren, prioriteiten bepalen…

Plots hadden we mondmaskers nodig, maar ondanks eerdere gezondheidscrises en -adviezen hadden we die nauwelijks in huis — ik had er twee, die ik voor stoffige karweitjes gebruikte. We liepen ook niet meteen naar een Delhaize of Zara (zoals we dat voor andere aankopen doen), in de verwachting dat die zich alvast op de wereldmarkt bevoorraad hadden (wat ze voor andere producten doen). En werkgevers in de zorgsector, tot wier taakomschrijving het behoort voldoende beschermende kleding te voorzien, moesten erkennen dat ook zij geen maskers hadden. Niemand had meer dan enkele maskers, en we keken allemaal naar de overheid, die in België, Frankrijk, Nederland en elders, het nagelaten had een voorraad aan te leggen, of de bestaande zelfs vernietigd had.
Niemand had zich voorbereid, en plots vonden we dat dat de taak van de overheid was.

[Terloops. In 2010 heeft de toenmalige Franse minister van gezondheid, Roselyne Bachelot, bakken kritiek over zich gekregen, in het parlement en in de media, omdat ze grote hoeveelheden maskers, vaccins en antivirale behandelingen had aangekocht, voor een griepuitbraak die uiteindelijk minder dodelijk bleek dan aanvankelijk was gedacht. Tussen 2017 en 2020 werden die maskers bijna allemaal vernietigd — en niet vervangen — omdat ze verouderd waren. Met opnieuw kritiek in het parlement en de media tot gevolg, eenmaal de maskers wel nodig bleken.]
[En, even terloops. Ook voor de energiemarkt (zie hoger) zal gelden, dat als er tekort dreigt op de markt, we wél naar de overheid kijken. Die mag oplossingen zoeken die ons niet teveel kosten, maar wel beschikbaar zijn.]

Even plots… moesten we afstand houden, en sommige dingen echt niet meer doen, maar we verwachtten wel dat de overheid in onze plaats bepaalde wat en hoe en wanneer. En vooral: dat ze toezag dat iedereen zich goed aan die regels hield.
Plots… moest dat allemaal via onderzoek, statistieken en rapporten bijna dagelijks worden gevolgd, en weer keken we naar de overheid om daarvoor in te staan, of uitten kritiek wanneer het niet snel of correct werd gedaan.
Ook verwachtten we van de overheid dat ze plannen uitwerkte om de patiënten over de hospitalen van het land te spreiden, dat ze teststrategieën bepaalde en teststraten inrichtte, dat ze vaccins aankocht, na daarover met de farma onderhandeld te hebben, dat ze vaccinatiestrategieën opstelde en de logistiek ervoor organiseerde. En uiteraard ook dat ze collaterale slachtoffers van de maatregelen (althans deels) vergoedde, en hen steunde om de moeilijke periode beter door te komen.

chef d’orchestre

Zelden hadden we voordien aan de overheid gevraagd dat zij bepaalde hoe we ons ten overstaan van elkaar moeten gedragen — behalve in het verkeer, of wat het roken in openbare gebouwen betreft. In 2020 vonden de meesten van ons dergelijk overheidsingrijpen in ons gedrag wel wenselijk, onder de meervoudige voorwaarde dat de regels redelijk zijn en in verhouding tot het doel,  dat ze op een wetenschappelijke basis en een maatschappelijk draagvlak steunen, en dat hun naleving ook bij anderen — vooral bij anderen — wordt gecontroleerd, zonder excessen weliswaar. [De vraag wordt te weinig gesteld wat diegenen motiveert die de nieuwe regels bewust overtreden, en/of ertegen betogen. Er zijn allicht meerdere, al dan niet terechte antwoorden.]

Zelden hadden we aan de overheid gevraagd dat ze dingen voor ons kocht. [Soms vragen we wel dat ze betaalt wat wij kopen.] Zelfs met kwaliteitsnormen, door de overheid opgelegd, hebben we vaak een moeilijke relatie. [Denk aan de veelvuldige aankopen op internet van spullen waarvan we pertinent weten dat ze onveilig zijn.] Maar in 2020 heeft de overheid miljoenen tests gekocht, en ze in uitvoering van een teststrategie gratis toegediend. Ze kocht ook miljoenen vaccins die ze, vanaf nu, en ook gratis, volgens een vaccinatiestrategie toedient aan zij die dat wensen. Onderwijl was ze chef d’orchestre van allerlei andere aankoop-, distributie- en logistieke processen. Plots deed ze wat in andere tijden bedrijven doen.

Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zo’n actieve en ingrijpende overheid heb meegemaakt. De laatste keer dat ze zo actief was, moet na de oorlog zijn geweest, en dat was voor mijn tijd. Dat er daarbij, hier en elders, een en ander fout is gegaan, mag niet verrassen. De overheid was als een voetbalploeg in het E.K., die tot dan enkel met “sjotterkes” had gespeeld. Voeg daarbij dat zowel het Belgisch staatsmodel als de Europese Unie gebaseerd is op overheden die met elkaar in competitie zijn, en het mag een wonder heten dat er een min of meer coherent en efficiënt beleid is gevoerd. [Dat geldt alleszins vandaag, bij de vaccinatie. Want toen begin 2020 naar maskers, beschermende kleding en medische apparatuur werd gezocht, hebben overheden de voorraden wél voor elkaars neus weggekaapt.]

business as usual

Laten we dan even veronderstellen dat we vanaf 1 januari 2021 — business as usual — terugkeren naar het tatcheriaans model. Een model dat we, het zij toegegeven, zelfs in 2019 nog niet hadden bereikt: we waren onderweg.
We zetten  de overheid weer in een hoek, en doen alles zelf. Op de markt vinden we  wat nodig is: ziekteverzekeringen, opnames in het hospitaal, testen en vaccins. En wat de lokale markt niet biedt, staat zeker op internet. Bijvoorbeeld:

Beste vriend [zet hier je naam], kan je me helpen, ik zoek een coronavaccin. ‘k Zit al drie avonden op het net en kom er niet uit. Vaccin J is blijkbaar wel goed, Miep uit Den Helder geeft het vier sterren en een half, maar Dieter uit Hamburg schrijft dat hij er hoofdpijn van kreeg. Bij vaccin P krijg je meteen een reductie op covid-20 tot 25, als dat er ooit komt, en M werkt best met een groepsaankoop. Over de prijzen zal ik zwijgen, je weet immers nooit wat de extra’s zijn. Naargelang waar je woont en het uur van de dag kan je soms korting krijgen. Of ‘miles’. Zelfs peterschap kan voordelig zijn. Jammer genoeg is Black Friday voorbij. Laatst nog dacht ik de oplossing gevonden te hebben, snel, goed en goedkoop, maar toen ik een tweede keer klikte bleek het voor herpes te zijn. En gisteren vertelde mijn neef dat ik er goed aan doe de condities van mijn ziekteverzekering toch nog eens na te lezen, omdat sommige aanbieders er pas vorige week nog aan gesleuteld hebben. Ach, was het maar zo simpel als een telefoonabonnement… 

Zouden er dan toch dingen zijn die we beter samen doen?
Zouden we dan toch nog wat anders dan mededingers in een wedstrijd zijn?

No such thing as society kan je ook anders lezen.

« Oudere berichten

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑