Terwijl in Oudenaarde nog tot 5 januari een prachtige tentoonstelling over Margaretha van Parma loopt — in Parma Margaretha van Oostenrijk genoemd — verheugt het Hof van Busleyden in Mechelen ons tot 16 maart met een klein maar boeiend deel van de imposante kunstcollectie van kardinaal Antoine Perrenot de Granvelle. Parma en Granvelle waren tijdgenoten (16de eeuw), en zelfs meer dan dat. Beiden stonden in dienst van het Habsburgse hof: Granvelle is raadgever van Parma geweest, toen zij in Brussel in opdracht van haar halfbroer Filips II landvoogdes van de Nederlanden was. De zeer Habsburgtrouwe en hardvochtige Granvelle heeft er zijn Mechelse aartsbisschoptitel aan verdiend. Kerkelijke titels waren in de zestiende eeuw meer dan ooit een wereldlijke aangelegenheid.

Beide tentoonstellingen besteden veel aandacht aan de kunstcollecties van die machtige edellieden.  Is voor Margaretha van Parma de kunst slechts een deel van de tentoonstelling, die vooral de persoon als onderwerp heeft, dan is voor Granvelle zijn kunstcollectie — en vooral de wandtapijten — het onderwerp zelf. Beide edellieden worden mecenas genoemd. Ze hebben veel kunstenaars aan het werk gezet. Ze hebben er veel geld — belastinggeld — aan besteed.

Maar wie goed luistert hoort ook wat anders. De paleizen waren groot en koud, en ongezellig. En ze waren allicht ook stil — of gevuld van ongewenste geluiden. Daarom bestelden de Parma’s en de Granvelle’s die zich dat konden veroorloven, de hoge adel en clerus, en soms ook de rijkere burgerij, wandtapijten, schilderijen, zilverwerk en muziek. Al die mooie, kostbare dingen. Het succes van de wandtapijten, zo leren we, was ook te danken aan het feit dat men ze makkelijk kon meenemen wanneer men van het ene ongezellige kasteel naar het andere trok. Muziek kon men niet meenemen, dus nam men de musici mee. Wat die edellieden deden, voor de promotie van de kunst, was in essentie hetzelfde als wat jij en ik en onze tijdgenoten doen, wanneer we kunst of andere mooie dingen kopen, bij IKEA of elders, om onze huizen op te fleuren, en wanneer we met cd’s, fonopaten, radio of spotify muziek in onze huiskamers, onze auto’s of elders brengen, of wanneer we naar de cinema gaan. We steunen de kunst, weliswaar op discretere wijze. Laat het via belastingen zijn, via tickets voor concerten, theaters of musea, via abonnementen of aankopen, zo zijn we mecenas allemaal.