“Waarom lukt het Nederlandse dialectsprekers binnen de Nederlandse rijksgrenzen wel foutloos Nederlands te [spreken] en slagen de Belgen, die zoveel lawaai maken over hun taal, daarin zo goed als nooit?”  (naar Willem Frederik Hermans)

Hier lees je een reactie op een artikel van de Hasselaar José Cajot in het tijdschrift Ons Erfdeel (februari 2010):  > “Van het Nederlands weg? De omgangstaal in Vlaanderen”. 

 

post-scriptum (oktober 2017): Voetnoot 5 pagina 3 van mijn tekst, omtrent gij drinkt altijd thee, is niet helemaal juist. Ook zwakke werkwoorden kunnen (maar niet moeten) in de tweede persoon enkelvoud van de verleden tijd een eind-t krijgen: gij hoordet. Maar deze vorm is zeldzaam. Meer gebruikelijk is gij hoorde.