Enkele kathedralen, en wat gotiek, uit recente en oudere foto’s.
Laat de brand in de Parijse Notre-Dame en de daardoor vernieuwde aandacht voor kathedralen een mooie gelegenheid zijn.
Ik neem je mee naar Amiens, Laon, Reims en Doornik (vooral romaans, weliswaar), en enkele (kleine) extraatjes. Meer volgt later.

 

  De kathedraal van Amiens, Notre-Dame, staat niét in Parijs, en nog minder op het Île de la Cité, symbolisch middelpunt van Frankrijk — en waarom niet van de wereld. Alleen daaraan is het te wijten — of te danken — dat ze minder bezoekers trekt dan haar Parijse naam- en soortgenoot (600.000 t.o.v. 13.000.000 per jaar). Ze is immers de grootste en meest perfecte van Frankrijks gotische kerken. ‘L’église ogivale par excellence’ zei Viollet-le-Duc, ‘où l’architecture gothique est arrivée à son plein épanouissement’ (Georges Durand).
Het valt te begrijpen dat Emmanuel Macron, de huidige president van Frankrijk (2017 – ) de deels uitgebrande Notre-Dame in Parijs in vijf jaar wil heropbouwen. Nadat in 1218 de bestaande romaanse kathedraal van Amiens door een brand was verwoest, werd al in 1220 de eerste steen van een nieuwe, gotische kathedraal gelegd (naar een ontwerp van Robert de Luzarches), waarvan het 42,30 meter hoge schip (14,60 meter breed van pijler tot pijler) in 1236 was voltooid. Omstreeks 1269 was de kathedraal bijna compleet, weliswaar zonder de zijkapellen en de twee torens die vandaag het beeld bepalen, en die ‘pas’ in 1366 (de zuidertoren) en 1402 (de noordertoren) werden bekroond. Van kathedralen wordt wel eens gezegd dat er lang aan werd gewerkt, zonder notie van tijd, maar wie bij de eerste steenlegging nog een jonge knaap of meid was en lang heeft geleefd, heeft op zijn oude dag een bijna voltooid monument kunnen zien.
Amiens, 13 plaatjes

 

  Dit is, voor mij, de allermooiste:  Notre-Dame in Laon. Ze is iets minder groot dan de kathedraal van Amiens (vooral minder hoog: 23 meter), en ze is wat ouder. Gestart in 1150, was ze omstreeks 1220 (toen men in Amiens met het bouwen begon) nagenoeg voltooid (of zelfs al vergroot, met vier bijkomende traveeën aan het koor). Ze is minder streng, zelfs speels, en mengt romaanse en gotische stijlkenmerken. Initieel telde ze zeven torens, waarvan er sinds de Franse Revolutie maar vijf over zijn.
Kijk naar de gekoppelde kruisgewelven van het schip, en vooral naar de ‘verborgen’ verdieping op de zijbeuken (de tribune), die baadt in het licht. Haar ontoegankelijkheid en vooral deelse onzichtbaarheid heeft iets mysterieus, iets aanlokkelijks, als een hangend dal in de bergen, dat vaak paradijselijk is, of als wolken, die de hemel verbergen. Je kijkt naar boven en droomt weg. Naar wat je vermoedt maar niet ziet.
De kathedraal staat als een kroon op een meer dan honderd meter hoge heuvel die, samen met het kleine stadje, de omliggende vlakte van het departement van de Aisne overschouwt. Er komt bijgevolg nóg veel minder volk naar dit gebouwde juweel (180.000? dat lijkt mij veel). Het contrast met de massa in Parijs (vóór de brand) kan niet groter zijn.
De reeks van zeven plaatjes eindigt met een dia uit 1982. Laon is een oude liefde van me — het ligt langs de rijksweg van Brussel naar Parijs— al was die wat krampachtig begonnen, met een verplichte architectuuranalyse, zonder bezoek maar met boeken, aan de Antwerpse Academie in 1972.

 

  Voor Reims moet ik beknopter zijn, drie fotootjes maar. Ook deze kathedraal heet Notre-Dame, en werd (wat ik voor Laon vergat te vermelden) na de brand van een oudere, romaanse kerk gestart. Ze is iets ouder dan haar naamgenoot in Amiens (en veel jonger dan Laon).
Men bouwde eerst het koor (1211-1241), en behalve de torens (14de-15de eeuw) was ze in 1275 nagenoeg compleet.
De zware financiële lasten, waarvoor aflaten en kerkelijke eigendommen werden verkocht, maar ook belastingen verhoogd, veroorzaakten in 1233 een volksopstand waarbij de kanunniken uit de stad werden verdreven — en de bouwvakkers naar andere werven vertrokken. Slechts de tussenkomst van de paus en de koning kon er voor zorgen dat de kanunniken in 1236 naar Reims terug konden keren — waarna de opstandige inwoners zwaar werden gestraft. Zowel in juli 1481 (door een brand op het dak) als in september 1914 (door Duits geschut) werd de kerk zwaar beschadigd. Voor de restauratie (die in 1938 was voltooid) werd een gebinte van lenig met elkaar verbonden elementen in gewapend beton gebruikt.

 

  De foto’s van de kathedraal van Doornik die ik hier toon zijn bedrieglijk, als je ze met de actuele toestand van het gebouw vergelijkt. Je leest teleurstelling in de ogen van de toeristen die het beroemde en door de UNESCO als werelderfgoed erkende monument betreden. De Notre-Dame is aan de buitenzijde (muren, daken, torens) grotendeels hersteld, en dat was wel nodig, maar binnen is het bouwvallige gotische koor gestut en gesloten, en tonen het (wel toegankelijke) schip en dwarsschip tekenen van verwaarlozing, verval en geldgebrek: versleten kleuren, goedkoop tapijt, plastic stoelen en onnoembare rommel. Enkel door naar de hemel te kijken — en de kleuren niet te willen zien  —  kom je onder de indruk van dit prachtige gebouw.
De immense kathedraal werd vanaf de 12de eeuw opgericht (het romaanse schip en de dwarsbeuk) en in de 13de eeuw nagenoeg voltooid (het buitenmaatse gotische koor, dat een pas gebouwd, maar veel kleiner romaans koor verving). Vijf trotse torens op en nabij de viering bekronen het werk.
Op 14 augustus 1999 beschadigde een tornado de kerk — of toonde hoe zwaar ze voordien al beschadigd was: de noordkant zakte weg en een van de torens (de noordwestelijke Brunin-toren) stond al behoorlijk scheef (alhoewel: 80 cm voor een toren van 83 meter hoog, dat is 1%). De huidige werken zorgen voor een grondige renovatie van het hele gebouw, maar zullen allicht nog enkele decennia duren. De vernieuwde kerk ziet er ook een klein beetje anders uit: de oude, vertrouwde leien daken van een vorige renovatie zijn door loden daken vervangen, waarvoor ook een aantal bouwkundige details werden aangepast. Een tiental foto’s van wat vandaag wél zichtbaar is,  en dat vooral romaans, en minder gotisch is.

 

  Nee, dit is geen kathedraal, maar wel de indrukwekkende laatgotische torenspits van de Sint-Vaast-kerk in Hondschoote (één foto maar).  De 82 meter hoge toren in witte baksteen (de witte torre) zou, net als de hallenkerk, uit de 16de eeuw (1513?) dateren, toen Hondschoote een nijvere en bloeiende textielstad was. De geuzenopstand of beeldenstorm startte in augustus 1566 in deze kerk.

 

  En dit is niet meer dan een toemaatje, eerst de vroeg zestiende eeuwse noordertoren (1502-1518) en dan enkele binnenzichten van de Antwerpse Onze-Lieve Vrouwekathedraal. Ik moet daar toch nog eens naar toe.

 

Voorlopig besluit.
Eén ding mag duidelijk zijn: de toenmalige architecten hebben hun opdrachtgevers, hun geldschieters, hun bouwvakkers en de wetten van de fysica op meesterlijke wijze naar hun hand gezet. Dit is pure architectuur. Dit is puur vormelijk, puur geometrisch en puur bouwkundig plezier, waarbij met materialen, krachten, kleuren en licht werd gespeeld. Met het voorwendsel (of is het een overtuiging?) dat het god en zijn heiligen bekoort, en de wetenschap dat het de machtigen der aarde hun hoogmoed streelt. Zonder het gewone volk te vergeten, dat mort en lijdt maar denkt dat het niet anders kan .
Afstand nemend van die politieke en sociaal-economische context, moet gezegd dat ze prachtig werk geleverd hebben. Pure waanzin, pure vreugde in licht en steen. Kathedralen blijven verbazen.