Elders (of juister: eerder) op deze website schreef ik een lovende tekst over Revolutionary Road van Richard Yates. Ik voeg hier graag wat aan toe.
1. Little Boxes
Revolutionary Road is veel boeken tegelijkertijd. Het wordt ook gelezen als een kritiek van de Amerikaanse suburbs. Dan gaan de gedachten makkelijk naar het liedje Little Boxes dat Malvina Reynolds in 1962 schreef — het jaar na het boek — en dat we vooral kennen van Pete Seeger, die het in 1963 zong.
“De afschuwelijke nieuwbouwwijk die Revolutionary Hill Estates heet — bakbeesten van split-levelwoningen, stuk voor stuk in walgelijke pasteltinten en bovendien afgrijselijk duur…” en
“Het was er onwankelbaar vrolijk, een speelgoedland met witte en pastelkleurige huizen waarvan de stralende ramen zonder gordijnen vriendelijk knipoogden door een spikkeling van groene en gele bladeren.” vinden een echo in
Little boxes on the hillside,
Little boxes made of ticky tacky,
Little boxes on the hillside,
Little boxes all the same.
There’s a green one and a pink one
And a blue one and a yellow one,
And they’re all made out of ticky tacky
And they all look just the same
…
2. Steve Jobs
Revolutionary Road is vaak verrassend actueel, of zelfs visionair.
Weliswaar
– wordt er ontzettend veel en overal gerookt in dit boek,
– hebben de treinen open balkons en kan je op het perron springen nog voor de trein stilstaat — altijd in de richting van het rijden springen !
– zijn computers kamergroot en werken ze met vacuüm-lampen,
– is er geen mobiele telefoon,
– gaat niemand joggen,
– en is de rolverdeling tussen mannen en vrouwen thuis en op het kantoor grotendeels achterhaald.
Maar vaak is de levensstijl verrassend actueel. In dit boek uit 1961 dat een verhaal uit 1955 beschrijft
– zien we de televisie-bankstel-salontafel-koelkast-alcohol (sherry, whisky…) levensstijl,
– gaan de collega’s ‘s middags lunchen in de stad, onderbreken ze ‘s morgens hun werk (dat ze nauwelijks begonnen zijn) om samen koffie te drinken, en blijven ze liever thuis wanneer dat hen past,
– voeren ze taken uit waarvan de zin niet echt duidelijk is,
– is zaterdag een vrije dag, ideaal om in de tuin te werken,
– wordt weliswaar met de trein naar de stad gependeld — het is New York —, maar worden alle andere verplaatsingen met de auto gedaan,
– en is die auto vooral een recreatief middel — soms wordt er doelloos rondgereden.
En vooral
– gaat Knox Business Machines, het bedrijf in kantoormachines waar Frank Wheeler werkt, een grote elektronische computer bouwen, “een van die enorme knoerten (…), het soort computer dat ze gebruiken voor het voorspellen van het weer en de verkiezingsuitslagen en dat soort dingen. (…) Het is in wezen niet meer dan een geweldig grote, geweldig snelle telmachine, maar in plaats van mechanische onderdelen zitten er duizenden afzonderlijke vacuümbuisjes in.”
– wil Bart Pollock van de verkoopsbevordering Frank Wheeler in zijn team opnemen en hem overal ten lande promotie-conferenties laten houden:
“Ik heb zo’n idee dat ik jou overal in heel Amerika naar allerlei groepen mensen zou kunnen sturen (…) en dat je alleen maar vóór hen zou gaan staan en gewoon praten. Je zou over computers praten, tekst en uitleg geven; je zou vragen beantwoorden, je zou over elektronische gegevensverwerking vertellen in een taal die iedere zakenman kan begrijpen. (…) Ik ben nog altijd overtuigd van één ding en dat is: als je probeert een idee te verkopen, het maakt niet uit hoe ingewikkeld het is of wat het is, kun je onmogelijk iets vinden dat effectiever overtuigt dan de levende mensenstem.”
Het is of je Steve Jobs, Mark Zuckerberg, Joe Gebbia (Airbnb) of een van hun talloze epigonen voor je ziet.
– en bouwt Bart Pollock uiteindelijk zijn team om tot Bart Pollock Associates. Zoals iemand zegt “een soort industriële public relations voor de elektronica-branche. Ze zijn begonnen met Knox als enige klant, maar ik geloof dat ze er nu nog een paar hebben. Als het goed is, gaan ze het de volgende jaren helemaal maken.”
Richard Yates moet helderziend zijn geweest.