deze tekst gaat niet over Zwarte Piet
deze tekst gaat niet over het kruis op de mijter van Sinterklaas
deze tekst gaat niet over de commercie die veel van de handelingen van Sinterklaas vergezelt

 

Er is een discussie ontstaan over Sinterklaas, over de georganiseerde leugen waarmee wij, volwassenen en grote kinderen, de kleine kinderen voorliegen dat de Sint bestaat en hen cadeautjes brengt, en over de schade die we hen daarmee zouden berokkenen. Voortrekker van de discussie is de filosoof Maarten Boudry, die naar zijn zeggen zelf lang in de Sint heeft geloofd — en blijkens andere van zijn verklaringen ook nu nog vaak op Hem vertrouwt.

Toch even dit, als bijdrage aan de discussie.

Mijn kinderen vonden (vinden) Sinterklaas het tofste feest van het jaar. We vierden het nochtans zonder ceremoniële of materiële overdrijving.

Ook ik vond Sinterklaas het mooiste feest van het jaar. Het is veel plezanter wanneer iedereen cadeautjes krijgt (van een mysterieuze Sint), dan wanneer je de enige bent. Het eenvoudige ceremoniële karakter (met liedjes, wensen, giften e.d.) trok me erg aan. Bovendien is het evenement een waanzinnig goede oefening in… geduld, wanneer je al vanaf september eerst de maanden, dan de weken, de dagen en tenslotte de uren en minuten gaat tellen tot Hij komt, en daarbij eerst onzeker bent over wat je bij voorrang wenst, en daarna over Zijn ultieme antwoord op die wens. “Geduld is een schoon deugd”, en Sinterklaas is de beste gelegenheid om ze te leren.

Maar vooral: uit pedagogisch oogpunt is het doorprikken van een georganiseerde leugen een van de beste levenslessen die een kind kan leren. Daar komt veel wijsheid van. Het is een vroege, grote stap in de volwassenwording.
Kinderen (en volwassenen) worden immers overstelpt met georganiseerde leugens, en het kan heus geen kwaad die allemaal kritisch te bekijken, bij te stellen, en waar nodig te doorprikken. Ik geef enkele voorbeelden (waarvan de meeste trouwens door het onderwijssysteem gedragen worden):

  • de georganiseerde leugen dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet,
  • haar universele evenknie: de georganiseerde leugen dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren,
  • de Franse versie: Liberté, Égalité, Fraternité,
  • de georganiseerde leugen dat de volksvertegenwoordigers het volk vertegenwoordigen,
  • … dat de rechtbanken recht spreken,
  • … dat de Staat (in al zijn vertakkingen, tot en met Europees) zijn burgers tegen technologische en natuurlijke rampen, sluipende vergiftiging, malafide bedrijven en terroristische aanslagen beschermt, zich ontfermt over de slachtoffers die ondanks die bescherming toch zouden bestaan, en hen daarbij moreel, materieel en juridisch daadwerkelijk ondersteunt,
  • … dat de pers vrij is,
  • … dat de geschiedenis zoals ze wordt verteld ons zegt hoe het verleden was,
  • … dat competitie tussen economische actoren op een perfect geëffend veld het optimum van maatschappelijke organisatie is,
  • … dat wie financiële schuld heeft ook morele schuld treft,
  • … dat men in oude boeken dwingende richtlijnen kan lezen voor het leven, voor het denken en het doen,
  • … dat wie de beste schoolresultaten heeft ook het meest bekwaam is om in het beroepsleven te slagen,
  • etc.

Let wel: het doorprikken van die georganiseerde leugens betekent niet noodzakelijk het weggooien ervan. Sommige kan je inderdaad best zo snel mogelijk vergeten of bestrijden, andere vergen veeleer vervolmaking. Bijvoorbeeld: ernaar streven dat alle mensen effectief vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren — er is werk aan de winkel —, of dat rechtbanken recht spreken.
En, om bij dat laatste voorbeeld te blijven: soms is het echt best te doen alsof. Doen alsof de rechtbanken recht spreken, al weet je dat dat niet altijd het geval is, omdat in rechtbanken (ondanks of omwille van de wet) veel wat krom is recht wordt gesproken, en wat recht is krom. Maar als je het rechtssysteem in zijn geheel verwerpt, verlies je meer dan je wint. Met veel van die georganiseerde leugens kan je dus best doen zoals met Sinterklaas: heel lucide doen alsof hij bestaat, en van hem de beste “cadeaus” verwachten. Soms brengt hij die toch. En heb je ze dubbel en dik verdiend.