De trein nemen om een reiskaartje te kopen
Ik begin met een anekdote. Ze is al enkele jaren oud.
Omdat de Frans-Belgische lokale spoorverbindingen niet de volledige avond lopen, ben ik wel eens ‘s morgens met de auto naar het station van Kortrijk, Moeskroen of Doornik gereden, om daar een reiskaartje te kopen en de trein te nemen naar een of andere Belgische of Nederlandse bestemming — de garantie dat ik ‘s avonds nog thuis geraak in Lille. Ik ben in die stations altijd goed en vriendelijk ontvangen, met handige adviezen om in de doolhof van treintarieven de voordeligste oplossing te vinden, wat me op het net niet altijd lukt.
Die dag stond ik in Moeskroen, en vroeg een kaartje naar Culemborg, in de Betuwe, en dan naar Amsterdam. “Daarvoor moet u naar Doornik”, zei de vrouw achter het loket, “het station in Moeskroen mag geen internationale tickets meer verkopen”. Dat vond ik merkwaardig, want wat voor een spoorwegbeambte door de NMBS te complex wordt geacht, word ik verondersteld thuis aan de computer zelf te doen.
Ik ben niet terug naar mijn auto gestapt, en heb de trein naar Kortrijk genomen — dat kon ook —, waar ik aan het loket mijn internationale kaartjes heb gekocht. Tussen twee treinen heb ik tijd genoeg gehad om in de stad, bij Theoria, een boek van Brouwers te kopen (Sisyphus’ bakens, dat heeft me niet gespijt).
De trein nemen om een kaartje te kopen, zou dat de toekomst zijn van de NMBS?