Op 27 mei (2021) verhaalde La Libre Belgique een geval van verkeersagressie in Sint-Pieters-Woluwe. Een fietser rijdt op de Edmond Parmentierlaan met zijn twee dochtertjes in een wagentje achter zich. Ongeveer ter hoogte van het hockeyterrein Ombrage staat een auto midden op het fietspad geparkeerd, de automobilist aan het stuur, al zijn aandacht voor zijn GSM. De fietser wijkt uit, rijdt over het voetpad, en tikt eventjes vriendelijk op de motorkap van de wagen, om de man opmerkzaam te maken dat hij gevaarlijk op het fietspad staat.
De man is gepikeerd, vertrekt snel — “en trombe” —, rijdt de fietser voorbij, en zet hem klem. Er volgt een korte woordenwisseling, waarbij de automobilist verklaart dat hij op het fietspad staat om zijn dochter op een veilige manier af te zetten. De fietser voelt zich bedreigd, rijdt toch verder, waarna de automobilist het gevaarlijke manoeuvre herhaalt: even achteruit, snel optrekken, inhalen, plots remmen. Pas nadat de fietser zijn mobieltje neemt om een foto of filmpje te maken, rijdt de man haastig weg. De fietser dient klacht in (police-on-web.be). Een onderzoek wordt gestart in de hoop met bewakingscamera’s de automobilist te identificeren.

herkenbaar

Nog afgezien van het feit dat er op genoemde Edmond Parmentierlaan talrijke mogelijkheden zijn om even halt te houden — aan een van de inritten van de villa’s bijvoorbeeld — is het gedrag van de automobilist zeer herkenbaar. Een automobilist zet zich liever niet op de rijweg, maar op een voetpad of fietspad. Hij stoort niet graag de doorstroming van de andere auto’s, maar heeft er geen problemen mee de fietsers en voetgangers te hinderen. Auto’s zijn zwaar en gevaarlijk, en ze hebben stevige toeters. Fietsers hebben een belletje, en voetgangers enkel hun stem. Die mensen maken wel een ommetje, of wachten tot het voet- of fietspad weer vrij is gemaakt. Ook een automobilist die zijn garage wil inrijden laat zijn auto liefst op het voet- en/of fietspad staan, maar niet op de rijweg, terwijl hij de poort open zet. Het recht van de sterkste.
De fietser uit het krantenartikel vroeg vriendelijk om aandacht en respect, maar kreeg woede en agressie. Die reactie herken ik wel.

schaamteloos

Het gedrag van de automobilist, dat de fietser terecht (en vriendelijk) hekelde, is ook het gedrag van fietsers ten overstaan van voetgangers. Een dagdagelijks gedrag, dat zelfs normaal wordt geacht. Fietsers hinderen liever voetgangers, dan elkaar. En ze rijden geen meter te ver. Een fietser die halt houdt, doet dat niet op het fietspad, hij staat op het voetpad. Ook om een fiets voor korte of lange tijd te parkeren wordt schaamteloos het voetpad gebruikt: hier moet ik zijn, hier zet ik me, en als dat jou hindert kan me dat geen barst schelen. Het recht van de sterkste.
Dergelijk onvriendelijk gedrag wordt aangemoedigd, en door producenten en verkopers veelvuldig als verkoopsargument gebruikt. Zelfs voor cargo-fietsen — de extreemste soort fietsen in onze straten: groot, snel, zwaar, met een motor, en scherpe hoeken aan — die door fietsbedrijven “een combinatie van een fiets en een kleine stadswagen” worden genoemd. Wie met zo’n ding rijdt “lijdt niet aan parkeerstress”, en plaats zijn “vrachtfiets met bak” “snel en gratis dicht bij de ingang”.  Op het voetpad, wordt bedoeld. Vrachtfietsen worden ook… “stadsvriendelijk” geacht. Wat we in dit geval mogen begrijpen als: de stad is vriendelijk voor die machines, eerder dan die machines zijn vriendelijk voor de stad. In feite maken ze gebruik van enkele gaten in de reglementering, omtrent wat een fiets is, én van jarenlang gedoogbeleid, omtrent hoe je een fiets gebruikt — met lak aan regels en mensen. Een cargofiets is een handige oplossing om mobiliteitsproblemen op anderen af te wentelen. In beperktere mate, en in functie van het concrete gedrag van de fietsers, zijn bakfietsen en gewone fietsen, al dan niet elektrisch aangedreven of ondersteund, dat ook. Wanneer een gefietste oplossing ten koste van voetgangers gaat, kan ze bezwaarlijk als mensvriendelijk, stadsvriendelijk en duurzaam worden beschouwd.

agressie

Een herhaalde agressie, zoals in het artikel beschreven, heb ik nog niet ervaren. Mildere vormen van agressie, in dit geval fietsers-agressie, die wel. Herhaaldelijk. Waarbij ik duidelijk onderscheid maak tussen agressie en gevaarlijk gedrag. Gevaarlijk gedrag komt dagelijks voor, agressie is zeldzaam — gelukkig maar. Gevaarlijk gedrag kán schaden, agressie heeft de uitdrukkelijke bedoeling dat te doen, fysiek of (vaker) mentaal.
Ik heb scheldwoorden gehoord, over geslachtsdelen waarover gefietst (!) zou worden — omdat ik op het voetpad liep, dat een fietser toch liever voor zich had gehad —, of ter plaatse uitgevonden verkeersregels over onbestaande zebrapaden — omdat ik op een reguliere wijze een straat overstak, en niet stopte voor een fietser die even later op niet reguliere wijze en met een veel te ruime bocht diezelfde straat indraaide. Ik heb een klop op mijn kop gekregen — OK, dat was in Rijsel, iets langer geleden dus, omdat ik niet van het smalle voetpad wilde stappen waarop hij sneller wilde rijden dan ik ging. En ik ben meermaals aangereden, nee echt niet hard, wel moedwillig, doelbewust — op een plein of een stoep.
Maar ik geef geen commentaar, ik hou mijn mond, om niet te ervaren wat die fietser uit de krant is gebeurd.