Het moest ervan komen: de betovering van de plek is niet meer.
Dertig jaar lang was Watou voor mij een prachtig huwelijk tussen beeldende kunst, lees-bare en hoor-bare poëzie, en betoverende landschappen. Plus een aangename dag in een mooie streek. Watou bestond door de verlaten en vervallen huizen en hoven, schuren en stallen onder de regen of de zomerzon. Watou stelde ook de vraag, geef ik toe, aan de stedeling die ik ben, hoe de mensen in die huizen en hoven konden wonen en werken.
Het was voelbaar soms, de voorbije jaren, dat die magische plekken verdwenen. Watou wordt gemoderniseerd, en dat kan niemand worden verweten. Ook Watou loopt mee in de vaart der dorpen en steden…

Nu is het zover: het Watou in Watou is gekrompen tot een parochiezaal, één huis, de brouwerij, de kerk en twee parkjes. De betovering, de verrassing en de verwondering is verdwenen. Als compensatie verwijst Watou 2021 de bezoeker naar kasteel De Lovie, dat met de wereld van Watou weinig of niets te maken heeft.
Al wat Watou me nu nog brengt, zijn herinneringen aan hoe mooi het geweest is.

 

 

Misschien had ik “Watou 2019, nu weet ik wat saudade is” moeten herlezen voor ik ging.
[Lees ook Watou 2018, en andere jarenWatou 2009Watou 1999. ]