Twee jaar geleden kon ik er om lachen: grensoverschrijdend gedrag (17 oktober 2015). Een preutse, nee schijnheilige De Standaard schreef over het (vermeend) grensoverschrijdend gedrag van een Zillebeekse leerkracht, die preventief werd geschorst. Vermeend, omdat het over aantijgingen en een preventieve schorsing ging. Het woord seks krijgen ze bij De Standaard niet uit hun toetsenbord. Seksuele intimidatie, misbruik, aanranding, het is grensoverschrijdend.

Als dergelijk gedrag in een wolk van mist grensoverschrijdend wordt genoemd, omdat het ongeoorloofd, vaak strafbaar is, waarom gebruiken we datzelfde eufemisme niet evenzeer voor fiscale en sociale fraude, graaicultuur, belangenvermenging, wetenschapsbedrog, bouwovertredingen en gesjoemel met ruimtelijke plannen, of snelheidsovertredingen, vluchtmisdrijf en foutparkeren?

Toen kon ik er inderdaad nog om lachen — het was maar De Standaard —, en pochte om mijn grensoverschrijdend gedrag. [Ook dit bericht overschrijdt grenzen.] Maar vandaag, twee jaar later, word ik kwaad (al had ik dat ook eind juni kunnen worden).
In de nacht der tijden (1970) werd in België een Nederlandse cultuurraad ingesteld, omdat de Nederlandse taal en cultuur in Vlaanderen door een raad van uitsluitend Vlaamse parlementsleden beter worden gediend. Uit die Nederlandse cultuurraad is in de loop van straks vijf decennia het Vlaams parlement gegroeid. Het is nota bene in de schoot van dat parlement dat in juni 2017 een >Commissie inzake het grensoverschrijdend gedrag in de sport is opgericht. Grensoverschrijdend gedrag in de sport? Omtrent doping, die de grenzen van het lichaam verlegt?
Deze commissie omtrent seksueel ontoelaatbaar gedrag wordt straks misschien nog uitgebreid, naar cultuur, onderwijs, jeugd en welzijn (>De Morgen, 17 oktober 2017). Zo zien we: volgens commissievoorzitster Katrien Schryvers bestaat er geen seksueel misbruik in bedrijfswereld, administratie of politiek.

Dat er in het Vlaams parlement al eens schabouwelijk Nederlands wordt gesproken, valt moeilijk te vermijden. Aan volksvertegenwoordigers worden weinig eisen gesteld. Maar wanneer in het parlement een orgaan wordt opgericht, in dit geval een commissie, mag toch wel duidelijk zijn waarvoor het staat. Dat is in deze niet het geval. De commissie onderzoekt een probleem dat ze niet durft te noemen, waarna ze zich afvraagt waarom het verzwegen wordt. Hoe kan je van slachtoffers verwachten dat ze naar buiten komen, als er voor wat ze geleden hebben geen woorden zijn?

 

post scriptum

171020-DeStandaard-grensoverschrijdend_gedrag.001

De Standaard, 20 oktober 2017 — Zit er niemand in de redactie die de (trieste) ironie van zo’n titel ziet?