italia2018.031

De kathedraal van Parma — Santa Maria Assunta — laat zich niet makkelijk fotograferen. De gevel roept om een frontaal beeld, maar de hoge, spitse toren aan de zuidkant werpt zijn slagschaduw af, en smeekt om mee op het plaatje te staan, wat een frontaal beeld onmogelijk maakt. Dat de toren op zijn beurt — de campanile — de schaduw van het baptisterium ondergaat, is minder erg, want die treft slechts zijn basis.
Kijk wat Google zegt, en je ziet dat veruit de meeste foto’s van de kathedraal diagonaal genomen zijn — de gevel, én de toren, én het baptisterium —, veelal vanuit dezelfde hoek, waarbij de kracht en de harmonie van de facciata (façade) verloren gaat.

In de gevel van het bisschoppelijk paleis, rechtover de kathedraal, zijn drie stenen banken geplaatst. Meermaals heb ik er gezeten (het moeten niet altijd terrasjes, kerkstoelen of museumbanken zijn, voor de vermoeide toerist die ik dan ben), in telkens ander licht — maar nooit met een vranke zon — en met ook een boek bij de hand. Goethe. Dan onderbrak ik het lezen, en keek naar het plein en de mensen, en naar de gevel van de kerk, en trachtte het geheim van zijn harmonie te doorgronden. Dat is me, ook nu, nadien, niet gelukt.

De stad Parma is rond twee pleinen gebouwd, die heel verschillend van karakter zijn, en waarin een belangrijk deel van de kracht van Parma zit. Er is een druk en stedelijk plein, de Piazza Garibaldi, zowat het oude forum, waar altijd wat te doen is, en de hele stad samenstroomt. De Strada Giuseppe Mazzini loopt dwars door het plein. Dat is de Romeinse decumanus maximus, die ook vandaag nog de hoofdstraat is en over de Torrente Parma gaat — de bergrivier van een vlakke stad. De cardo maximus is door de eeuwen verdwenen, maar de Strada Giuseppe Garibaldi, die hem als belangrijkste noord-zuid-as vervangt, ligt achter de hoek. Aan dat forum staan het stadhuis en het paleis van de gouverneur, en in de buurt ook de rechtbank en het theater, en de meeste winkels en restaurants van de stad.
De Piazza del Duomo is anders. Het plein (of pleinensysteem), met kathedraal, baptisterium en bisschoppelijk paleis, en achterin de San Giovanni Evangelista abdij en kerk, ligt buiten de drukke straten op een rustiger plek, die slechts door enkele toeristen en schaarse kerkgangers wordt bezocht, en waar het gras tussen de ronde keien van de bestrating groeit. Een paar schoolreizen kwamen het baptisterium bezoeken toen ik er was — Italiaanse scholieren zijn braaf en oplettend. Slechts enkele gebouwen, twee kerken, twee paleizen en een abdij, vormen de pleinen, waarop de campanile en het baptisterium in een vrije compositie zijn neergezet, alsof het de Piazza dei Miracoli van Pisa was. Op de banken van het bisschoppelijk paleis was altijd plaats voor me.

Binnen in de kathedraal mag je verrast zijn door het volume van het gebouw: de kerk is tweemaal zo breed als de gevel die er voor staat. Het kleine gebouwtje links (dat misschien ook de basis voor een toren moest zijn?) en de campanile rechts verbergen de zij-altaren van het schip.
De gevel blijft me verbazen.

 

Meer over Parma in de tekst over Piacenza.

 


italia2018.031
klik op de foto voor nog enkele beelden van Parma

 

Naar het overzicht: een Italiaanse reis — overzicht