Gaat een man naar de kapper.
Bij het binnenkomen krijgt hij een servet aangebonden. De kapper wijst hem een stoel. De man gaat zitten. De kapper neemt een mes en een vork, en begint het kapsel te bewerken. Dat lukt hem niet goed. Na tien minuten werken ligt mans haar nog meer overhoop dan toen hij de zaak binnenkwam, en heeft de kapper al menige kras en prik in diens hoofdhuid en oren gemaakt.
Komt een man met een grote koffer binnengestapt. “Wacht, zegt die, en doet zijn koffer open. Ik kom net uit Italië, en zie wat ik daar gevonden heb.” De koffer zit vol scharen en kammen. De kapper koopt er een stel, en kan zijn werk mooi voltooien. De man — de klant — is content. “Scharen en kammen zijn beter dan vorken en messen.”
‘s Avonds gaat de man uit eten. Bij het binnenkomen van het restaurant wordt hem door de waard een grote witte kazuifel voorgebonden. Hij wordt naar een tafel geleid. En gaat zitten. Naast het bord en de roemer liggen een schaar en een kam.

De Mercator-projectie wordt vaak verweten dat ze de landen fout weergeeft. Groenland is te groot, Afrika te klein. Men vergeet dat Mercator de naar hem genoemde projectie niet ontworpen heeft om landen of continenten af te beelden, maar om de zee in kaart te brengen, en vooral dat deel van de zee dat het meest bevaren wordt. Dáárvoor is die projectie bedoeld.